Brans 1959
“Filips II en Hieronymus Bosch” (J.V.L. Brans) 1959
[in: Dietsche Warande & Belfort, 1959, nr. 3, pp. 139-146]
[Ook vermeld in Gibson 1983: 32 (C6)]
In het verleden werd wel beweerd dat de voorliefde van Filips II voor Bosch te verklaren valt vanuit beider boosaardige en erotisch-sadistische neigingen. Bosch was echter geen ziekelijke sadist. Hij putte uit een rijke voorraad van oude voorbeelden, had met eigen ogen allerlei terechtstellingen gezien en herhaalde in lijnen en kleuren de met symbolen en bedreigingen gestoffeerde geschriften en sermoenen van de clerus.
Wie dit alles beseft, begrijpt ook dat de vaak brutale uitdrukkingswijze van Bosch de taal van zijn tijd spreekt. Het gaat hier om stichtelijke vermaning, om een aansporing tot de strijd tegen het zich steeds uitbreidend geloofs- en zedenverval op het einde der middeleeuwen.
Wat de Spaanse vorst betreft: uit de koninklijke inventarissen blijkt dat hij niet alleen de duivelse visioenen en lijdenstaferelen van Bosch verzamelde. Ook godvruchtige, zuiver-religieuze onderwerpen en vooral genrestukken wekten zijn belangstelling en kooplust.
[explicit]