Cohen 1910
“Bosch (van Aeken), Hieronymus” (Walter Cohen) 1910
[in: Ulrich Thieme en Felix Becker (red.), Allgemeines Lexikon der bildenden Künstler von der Antike bis zur Gegenwart. Band IV (Bida-Brevoort), Verlag von Wilhelm Engelmann, Leipzig, 1910, pp. 386-390]
[ook vermeld in Gibson 1983: 17 (A79)]
Cohen geeft eerst enkele biografische en archivalische data. Om het ontwikkelingsverloop van Bosch’ oeuvre vast te stellen, is het nog te vroeg: men kent niet eens de bronnen van zijn kunst. Verwantschap is er met onder meer Geertgen tot Sint Jans en de Meester van de Virgo inter Virgines. Alleen in Bosch’ beginperiode zijn de religieuze composities het belangrijkst. Zijn tijdgenoten bewonderden vooral de ‘duivels-Bosch’, en dat is nu nog zo. In wat de Spanjaarden Bosch’ dromen noemden, is hij zonder voorgaande. Het grote aantal kopieën en navolgingen, alsook enkele literaire bronnen, getuigen van de grote impact die Bosch op zijn tijdgenoten heeft gehad.
Een catalogus van de authentieke werken is één van de meest dringende desiderata in verband met de Bosch-studie. Cohen geeft er een aanzet toe. Met de vermeldingen van Bosch-werken in zestiende-eeuwse Spaanse, Duitse en Nederlandse inventarissen dient naar verluidt zeer voorzichtig omgesprongen te worden.
[explicit]