Leven van Liedwy ed. 1994
Tleven van Liedwy, die maghet van Sciedam (anoniem) XVd
[Kritische teksteditie: Ludo Jongen en Cees Schotel m.m.v. Josephine Franken (eds.), Het leven van Liedewij, de maagd van Schiedam – De Middelnederlandse tekst naar de bewaarde bronnen uitgegeven, vertaald en van commentaar voorzien. Middelnederlandse Tekstedities – nr. 2, Verloren, Hilversum, 1994]
[Ca 1123 – 1124 – 1125] [NK 981]
Auteur
Anoniem [ed. 1994: 16-17 / 113].
Genre
Een middeleeuws heiligenleven (een vita) en dus een hagiografische tekst [ed. 1994: 114]. Middelnederlands proza.
Situering / datering
Het Leven van Liedwy bleef bewaard in drie vijftiende-eeuwse handschriften en vier drukken van circa 1500 [ed. 1994: 123-126].
Deze handschriften en drukken zouden teruggaan op een Middelnederlandse oertekst die ontstond tussen 1434 en 1440 [ed. 1994: 112-113]. De editie van Jongen en Schotel werd getranslittereerd en gecollationeerd naar het Gentse handschrift [ed. 1994: 105]. Naast de Middelnederlandse tekst bestaat ook nog een Latijnse versie van het leven van Liedewij. De oudste Latijnse versie (de zogenaamde vita prior) werd geschreven door Hugo van Rugge, die subprior was in het Sint-Elisabethklooster te Rugge (bij Den Briel). De Latijnse tekst werd in de vijftiende eeuw bewerkt door Thomas à Kempis en Jan Brugman [ed. 1994: 16-17 / 109-112].
Inhoud
Zie voor een samenvatting ed. 1994: 115-116.
Thematiek
Is nauw verbonden met de ideeën van de Moderne Devotie: zie onder meer de opvallende aandacht voor de troostende werking van het mediteren over de Passie van Christus [ed. 1994: 14].
Receptie
Uit het receptie-onderzoek naar de handschriften en de drukken blijkt dat we voor het Leven van Liedwy globaal twee secundaire receptiekringen kunnen onderscheiden: kloosterlingen en burgers die in contact stonden met de Moderne Devotie [ed. 1994: 116-118].
Profaan / religieus?
Manifest stichtelijk-religieus van aard.
Geraadpleegde lectuur
[explicit 14 september 1994 / 17 juli 2020]