Jheronimus Bosch Art Center
Datering
1533
Moderne editie
Charles Fantazzi (ed./vert.), "De conscribendis epistolis - Critical edition with Introduction, Translation and Annotation", Leiden-New York-Kopenhagen-Keulen, 1989
Taal
Latijn

De conscribendis epistolis ed. 1989

 

De conscribendis epistolis [Over het schrijven van brieven]

(Juan Luis Vives) 1533

[Teksteditie: Charles Fantazzi (ed./vert.), De conscribendis epistolis – Critical edition with Introduction, Translation and Annotation. Selected Works of J.L. Vives – volume III, E.J. Brill, Leiden-New York-Kopenhagen-Keulen, 1989]

 

Auteur

 

De zestiende-eeuwse Spaans-Nederlandse humanist Juan Luis Vives.

 

Genre

 

Een Latijns prozatraktaat over het schrijven van brieven.

 

Situering / datering

 

Vives schreef deze tekst te Brugge in 1533, toen hij na zijn verblijf in Engeland een moeilijke periode doormaakte. Hij zocht onder meer steun bij keizer Karel V, aan wiens secretaris Alonso de Idiáquez deze tekst opgedragen is. De eerste uitgave verscheen bij Michiel Hillen (Michaelis Hillenius) te Antwerpen in 1534 (H). In 1536 verscheen bij Balthasar Lasius en Thomas Platter te Basel een tweede, hier en daar verbeterde versie (L), die samengebonden was met het korte Formula van Erasmus. In de eerste helft van de zestiende eeuw verschenen nog een aantal edities (zie voor een overzicht ed. 1989: 19). De editie van Fantazzi is gebaseerd op H.

 

Inhoud

 

Vives begint zijn traktaat met een beschrijving van de brief als genre en probeert een classificatie van de brief op te stellen (brieven met informatie, brieven met een vraag, aanbevelingsbrieven, brieven met adviezen, enzovoort). Vervolgens gaat het over de niet gemakkelijk te verwerven vaardigheid van de inventio, waarbij sterke nadruk wordt gelegd op het feit dat de brief moet aangepast zijn aan de bestemmeling. Aanbevelingsbrieven worden uitgebreid behandeld, en ook troostbrieven en scheldbrieven krijgen de nodige aandacht. Verder komen de onderdelen van de brief aan bod, zoals de begroeting, de afscheidsformules en het adres, en wordt nader ingegaan op de briefstijl.

 

Het tweede deel van het traktaat bestaat uit een mengelmoes van concrete voorbeelden van allerlei formuleringen, vooral ontleend aan de antieke schrijvers (in de eerste plaats Cicero). Aan bod komen daarbij ook technische termen in verband met het schrijven en verzenden van brieven, het indirect zenden van groeten aan derden en de beknoptheid van de brief. Ten slotte geeft Vives een persoonlijk getint overzicht van briefschrijvers van de Oudheid tot de zestiende eeuw. Zie voor een meer gedetailleerd overzicht ed. 1989: 14-16.

 

Thematiek

 

Vives leunde sterk aan bij Erasmus’ De conscribendis epistolis (gepubliceerd in 1522). Vives’ eigen tekst is de tweede belangrijkste Renaissance-tekst over het onderwerp briefschrijven [ed. 1989: 10 / 16-17].

 

Receptie

 

Deze tekst was duidelijk bestemd voor het internationale, Latijn-sprekende en -schrijvende humanistische milieu in het zestiende-eeuwse Europa.

 

Profaan / religieus?

 

Profaan.

 

Persoonlijke aantekeningen

 

Erg veel hebben wij niet gehad aan dit vrij saaie werkje van Vives, ook al omdat zijn adviezen rond briefschrijven anno nu weinig bruikbaar en relevant zijn. Als men eens pedant uit de hoek wil komen, kan men wel hier en daar wat Latijnse formuleringen stelen. Zo zou je een brief kunnen beginnen met: Si vales, bene est, ego quoque valeo (als je het goed maakt, dan is dat prima, ook ik maak het goed).

 

Geraadpleegde lectuur

 

  • De Vocht 1933: H. De Vocht, “Joannes Ludovicus Vives (1492-1540), zijn Leven en zijne Opvoedkundige Werken”, in: Nova et Vetera, jg. 15, nr. 4 (oktober 1933), pp. 537-548.

 

[explicit 1 januari 2006]

searchclosebarssort-desc linkedin facebook pinterest youtube rss twitter instagram facebook-blank rss-blank linkedin-blank pinterest youtube twitter instagram