Een Man en een Wachter ed. 1975
Een taeffel spel van twee personagien [Een Man en een Wachter]
(anoniem) XVIIA
[Teksteditie: Patricia Lammens-Pikhaus (ed.), “Het ‘Tafelspel van een man en een wachter’ in het handschrift 134 C 55 van de Koninklijke Bibliotheek te ’s-Gravenhage”, in: Jaarboek De Fonteine, XXV (1975/I), Tweede reeks – nr. 17, pp. 141-164]
[Hummelen 1 W 14] [Pikhaus 66]
Auteur
Een anonieme rederijker.
Genre
Een rederijkersspel, meer bepaald een tafelspel (presentspel).
Situering / datering
De tekst (221 versregels) bleef alleen bewaard in een handschrift dat in 1654 eigendom werd van Constantijn Huygens en zich thans bevindt in de Koninklijke Bibliotheek te Den Haag (ms. 134 C 55). Het dateert uit de eerste helft van de zeventiende eeuw en werd door één hand afgeschreven (de naam van de kopiist bleef onbekend). Over de ontstaansdatum van dit spel zijn er geen aanduidingen. Voor meer details over het handschrift, zie P.J.H. Vermeeren, “Een manuscript met rederijkerspoëzie uit de boekerij van Constantijn Huygens”, in: Tijdschrift voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, LXXIX (1963), pp. 271-287..
Inhoud
De inhoud is ernstig van aard. Een man ontmoet een wachter en snauwt hem af, omdat hij in deze singuerije niet thuishoort. Als de wachter echter nadruk legt op zijn geestelijke rol als wachter van de ziel en beschermer tegen de dood, en op het feit dat Christus ook een wachter was in deze zin, draait de man bij. De wachter deelt dan mee dat hij een present bijheeft: een rechtveerdige wysere. Nadat de man een aantal malen verkeerd heeft geraden omtrent de identiteit van dit geschenk, verklaart de wachter dat de ‘wijzer’ God is die als Rechtvaardige Rechter het laatste vonnis zal vellen over levenden en doden (vergelijk de verzen 169-179).
Thematiek
Omtrent het vermoedelijk reformatorische karakter van dit spel, vergelijk ed. 1975: 144-145. Lammens-Pikhaus concludeert dat we hier te maken hebben met een tafelspel met ‘enigszins hervormingsgezinde sympathieën’.
Receptie
Het genre is typisch voor de rederijkers, het decor is typisch stedelijk (zie de figuur van de wachter, vergelijk ook ed. 1975: 44-47). Stadsliteratuur dus.
Profaan / religieus?
Uit de weergave van de inhoud blijkt duidelijk dat dit geen profaan, maar een ernstig-religieus spel is. De passage waarin de man de wachter op de korrel neemt, is echter zuiver profaan van aard.
[explicit 14 juni 1992]