Friedländer 1941
Hieronymus Bosch – Ein Vortrag (Max J. Friedländer) 1941
[L.J.C. Boucher, Den Haag, 1941, 35 blz.]
[Ook vermeld in Gibson 1983: 43 (D8)]
De tekst van deze lezing werd herdrukt in de catalogus van de Bosch-tentoonstelling (’s-Hertogenbosch, 1967) (zie Cat. ’s-Hertogenbosch 1967: 17-34).
Bosch sluit naar verluidt weinig aan bij de Hollandse kunst uit de tijd rond 1480. Alles wijst erop dat zijn werk uit de boekverluchting is voortgekomen. De onderwerpen van Bosch’ dromen waren: het lijden van Christus, de slechtheid, de botte domheid van de beulsknechten, de ijdelheid en vergankelijkheid van het aardse, de hel met haar martelwerktuigen, de verleiding waaraan de heiligen maar weinig weerstand weten te bieden. Ongetwijfeld beschouwden Bosch’ tijdgenoten zijn scheppingen als zedepreken.
Geloofde Bosch echt in zijn duivels? Een gekwelde ziel had waarschijnlijk niet de moed en het plezier bezeten om zich zoals Bosch te verdiepen in het duivelse. Jeroen staat echter blijkbaar met voorliefde stil bij de schaduwzijde der christelijke leer.
[explicit]