Gerlach 1967d
“Is Jeroen Bosch een ketter? Een volgeling van Jacob van Almaengien?” (P. Gerlach O.F.M. Cap.) 1967
[in: Brabants Heem, 19 (1967), pp. 34-39]
[Herdrukt in Spiegel der Historie, 9 (1967), pp. 644-647]
[Herdrukt in Gerlach 1988: 65-68]
[Ook vermeld in Gibson 1983: 147 (G74]
Voor zover Fraenger geprobeerd heeft het werk van Bosch te interpreteren ‘volgens de normale maatstaven van het menselijk vernuft’, kan Gerlach respect opbrengen voor zijn bevindingen. Fraengers hypothesen omtrent de Adamieten-sekte en Jacob van Almaengien zijn echter louter Hineininterpretierung. Met Van Puyvelde is Gerlach van mening dat men het bij de interpretatie van Bosch vaak veel te ver gaat zoeken.
[explicit]