Lebeer 1938
“Het hooi en de hooiwagen in de beeldende kunsten” (Louis Lebeer) 1938
[in: Gentsche Bijdragen tot de Kunstgeschiedenis, V (1938), pp. 141-155]
[Ook vermeld in Gibson 1983: 155 (G119)]
Lebeer verwijst als eerste in de Bosch-studie naar de ets Al Hoy, in 1559 uitgegeven door Bartholomeus de Mompere te Antwerpen, waarvan de auteur waarschijnlijk Frans Hogenberg was. In 1608 liet de Gentse kunstenaar J. Horenbault van de ets een gewijzigde kopie maken en uitgeven. De wijzigingen betreffen voornamelijk censureringen van kritiek op de clerus. Met deze ets bezitten wij een kostbaar document dat rechtstreeks aanleunt bij Bosch’ Hooiwagen. Het mag ons daarbij nochtans niet ontgaan dat Frans Hogenberg aan het thema zijn eigen interpretatie heeft gegeven.
Er kunnen uit die tijd ook nog andere prenten aangewezen worden waarin het hooi-motief zinnebeeldig voorgesteld wordt. In de burijngravure Den Dans des Werelts (uitgegeven door Joan. Baptista Vrints) bijvoorbeeld bevindt zich aan de voeten van de centrale allegorische figuur (Vrouw Wereld) een gekroonde hooibundel met het opschrift Vanitas.
[explicit]