Linfert 1970
Hieronymus Bosch (Carl Linfert) 1970
[DuMont Schauberg, Keulen, 1970, 136 blz.]
[Engelse vertaling: Carl Linfert, Bosch, Harry N. Abrams, New York, 1972, 136 blz.]
[Ook vermeld in Gibson 1983: 8-9 (A37)]
Linferts kijk op Bosch is traditioneel: Bosch is een moralist die moet gesitueerd worden in het kader van de lekenbroederschappen die aan de Reformatie voorafgingen. Linfert legt verder nadruk op het feit dat Bosch een aantal belangrijke vernieuwingen doorvoerde maar anderzijds toch nog sterk verbonden was met de traditie (hoewel hij deze dikwijls aanpaste aan zijn eigen behoeften).
Een norm voor het opstellen van een ‘redelijk betrouwbare’ chronologie der werken vindt Linfert in een bestudering van de stijl: deze evolueert van een zekere monotone vlakheid tot een virtuoos gegoochel met kleuren en een serene vorm van vakmanschap waaruit nergens grote inspanning blijkt.
In zijn benadering van de thematiek neigt Linfert naar de methode van de meerduidigheid, soms zelfs naar die van de non-interpretabiliteit (‘géénduidigheid’). Bosch sprak in een cryptische taal, stapelde het ene raadsel bovenop het andere, maar eens die taal gedecodeerd, blijkt ze glashelder en eenduidig te zijn. Jammer genoeg geeft Linfert geen sluitende methode om de raadsels metterdaad te decoderen en springt hij van de ene theorie naar de andere, daarbij soms concluderend dat ze allemaal gelijk hebben (zoals bij de gebouwen op het middenpaneel van de Tuin der Lusten die volgens Combe verwijzen naar de alchemie en volgens Tolnay naar de seksualiteit). Een enkele maal, bijvoorbeeld wat de algemene betekenis van de Tuin der Lusten betreft, geeft Linfert toe dat we waarschijnlijk nooit precies zullen weten wat nu de betekenis ervan is: Bosch schildert hier naar verluidt in een taal die onvertaalbaar is.
[explicit]