Marijnissen 1977
Laatmiddeleeuwse symboliek en de beeldentaal van Hiëronymus Bosch (R.H. Marijnissen) 1977
[Mededelingen van de Koninklijke Academie voor Wetenschappen, Letteren en Schone Kunsten van België, Klasse der Schone Kunsten, jg. XXXIX (1977), nr. 1, Paleis der Academiën, Brussel, 1977, 54 blz.]
[Ook vermeld in Gibson 1983: 92-93 (E116)]
In deze beknopte brochure – die vooral interessant is omwille van de publicatie van enkele laatmiddeleeuwse teksten – tracht Marijnissen referentiemateriaal aan te brengen in verband met de Tuin der Lusten. De teksten die hij citeert, vormen geen bewijs voor de stelling dat het middenpaneel van deze triptiek de zonde van de Wellust zou behandelen, maar ze kunnen wel beschouwd worden als belangrijke aanwijzingen daarvoor.
Zo worden in de passages die hij aanhaalt en in de afbeeldingen die hij bespreekt, het carrousel en de zeemeermin duidelijk in verband gebracht met de onkuisheid. Vogels als de hop en de uil staan ontegensprekelijk in een ongunstig daglicht. De hop is naar verluidt een smerige, onreine vogel en de uil is onder meer een symbool van de verleiding.
Marijnissen wijst er ook op dat vele laatmiddeleeuwse symbolen moeilijk te ontcijferen zijn, wat nog niet betekent dat men ze zomaar op om het even welke wijze mag interpreteren. De interpretatie moet namelijk steeds binnen een begrensde geografische en chronologische cultuurcontext geplaatst worden.
[explicit]