Ring 1950
“Hieronymus Bosch” (Grete Ring) 1950
[in: The Burlington Magazine, vol. XCII (1950), pp. 28-29]
[Ook vermeld in Gibson 1983: 150 (G90)]
Grete Ring bespreekt beknopt drie pas verschenen monografieën over Bosch: Fraenger 1947, Mosmans 1947 en Bax 1948. Wat Fraenger betreft: zij geeft toe dat zij diens redeneringen niet altijd heeft kunnen volgen, maar het boek heeft haar toch een nieuwe kijk op de Tuin der Lusten bezorgd. Onlangs heeft zij het originele drieluik nog eens kunnen bekijken in het Prado en toen vielen haar een aantal details op die zij nog nooit had gezien. De vrolijkheid en het optimisme die uit het middenpaneel spreken, overtuigden haar er definitief van dat Bosch hier géén morele boodschap wou uitdragen. Zij gelooft niet alles wat Fraenger schrijft, de helft van wat hij schrijft is trouwens naar verluidt verkeerd, maar dat is niet het essentiële punt: Fraengers vergissingen en foutieve interpretaties helpen ons waarschijnlijk beter om Bosch te begrijpen dan heel wat ‘correcte’ research.
Men zal toegeven: al bij al een bijzonder merkwaardige redenering van mevrouw Ring.
De boeken van Mosmans en Bax (wiens naam overigens voortdurend verkeerd wordt weergegeven als ‘Dax’) bevatten interessant nieuw documentatiemateriaal, vooral wat de biografie van Bosch betreft, maar zijn minder gelukkig op het gebied van stijlkritiek en interpretatie, althans: voor zover mevrouw Ring kon oordelen naar de Nederlandse tekst. Twee conclusies laten zich uit deze twee Nederlandse boeken trekken: Bosch was al beroemd tijdens zijn leven en zijn band met de Onze-Lieve-Vrouwe-broederschap was nauw en belangrijk.
Net als Bax vindt Ring Fraengers theorie over de ketterse Grootmeester difficult to swallow, maar wanneer Bax kritiek heeft op het feit dat Fraenger de sleutel van Bosch’ werk gaat zoeken bij Indische mythen, orphische mysteriën, Novalis enzovoort, dan staat zij toch volledig aan de kant van Fraenger, want Fraengers bronnen zouden wel eens de juiste kunnen blijken: The figure of Bosch is not to be caught in the narrow net of local topography and record offices, helpful as their evidence may be.
Alweer een zeer merkwaardige uitspraak. Alsof Bax zich alleen zou gebaseerd hebben op archiefmateriaal en niet op het brede cultuurhistorische domein van de Middelnederlandse taal en cultuur rond 1500. Bovendien is het Mosmans, en niet Bax, die in de Bosch-schilderijen landschappen uit de omgeving van ’s-Hertogenbosch wenst te herkennen. Uit dit alles blijkt dat Ring het omvangrijke, in het Nederlands geschreven boek van Bax niet goed gelezen, en in elk geval niet goed begrepen heeft. Zijdelings interessant is wel dat zij signaleert dat Fraenger in 1947 doceerde in Brandenburg/Havel (in de Soviet-zone dus).
[explicit]