Rothe 1955
Hieronymus Bosch. Garten der Lüste (Hans Rothe) 1955
[R. Piper & Co Verlag, München, 1955, 14 blz. + 53 ill.]
[Ook vermeld in Gibson 1983: 95 (E136)]
Naar verluidt heeft Wilhelm Fraenger op overtuigende wijze kunnen aantonen dat Bosch tot de sekte van de Broeders en Zusters van de Vrije Geest (ook ‘homines intelligentiae’ genoemd) behoorde. ‘Man kann von Frängers Darstellung nichts Besseres sagen, als dass sie ebenso geistvoll wie überzeugend ist. Sie zu beurteilen, müsste man noch mehr Kenntnisse besitzen als Fränger.’
Het middenpaneel van de Tuin der Lusten stelt ‘das gewonnene Paradies’ voor: de mensheid zoals ze er zou uitgezien hebben als Eva niet naar de slang had geluisterd. Met andere woorden: het gaat om de niét uit het aards paradijs verdreven nakomelingen van Adam en Eva. Geen enkel personage op het middenpaneel is op bespottelijke wijze vervormd, ‘und wie hat Bosch sonst die Deformierung geliebt’. Het rechterbinnenluik toont de hel, maar het is geen erg gevaarlijke hel (sic!). De boodschap is toch: zulke kwellingen zal je ondergaan, als je niet het leven leidt van de godgevalligen die op het middenpaneel te zien zijn.
[explicit]