Slatkes 1975
“Hieronymus Bosch and Italy” (Leonard J. Slatkes) 1975
[in: Art Bulletin, vol. LVII, nr. 3 (september 1975), pp. 335-345]
[Ook vermeld in Gibson 1983: 113 (E231)]
Dollmayr was in 1898 de eerste om de vrouwelijke heilige op Bosch’ Drieluik met de Gekruisigde Martelares (Venetië, Dogenpaleis) te identificeren als de H. Julia. Bij de reiniging en restauratie van het drieluik in 1950-51 legde het onderzoek met X-stralen twee overschilderde schenkers bloot, één op elk luik. De schenker op het rechterluik bleek een hoed in Italiaanse stijl te dragen. In 1961 identificeerde Bax de heilige als de H. Wilgefortis (ook bekend als Sint-Ontcommer of Sint-Liberata). Omdat de H. Julia praktisch onbekend was in Noord-Europa, redeneerde Bax bepaalde italianiserende aspecten van de triptiek weg. Alles wijst er echter op dat het wel degelijk om de H. Julia gaat, maar deze heilige heeft inderdaad weinig banden met de Nederlanden. In de zestiende eeuw bevond het centrum van haar verering zich in Brescia, wat doet vermoeden dat Bosch het drieluik schilderde voor een kerk in of in de buurt van Brescia.
Verder weten we dat in 1521 verscheidene Bosch-schilderijen zich in Venetië bevonden. In het begin van de zestiende eeuw vallen in Noord-Italië ook een aantal Bosch-invloeden aan te wijzen. Slatkes signaleert onder meer Raphaels Sint-Michaël (Louvre) en Dürers Christus onder de schriftgeleerden. Bosch’ Kruisdraging te Gent en het aan Bosch toegeschreven Christus voor Pilatus (Princeton) gaan bovendien waarschijnlijk terug op de tekening met Groteske koppen van Leonardo da Vinci. Bosch’ invloed in Italië kan ook onderkend worden in een andere tekening van Leonardo, in een gravure van Giulio Campagnola en in werken van Giorgione.
Ofschoon de argumenten die Slatkes aandraagt voor al deze invloeden en verwantschappen bijzonder wazig blijven en deze wazigheid gecamoufleerd wordt door een onduidelijke wirwar van lange voetnoten, meent hij toch te kunnen concluderen dat kort na 1500 invloed van Bosch waar te nemen is in Noord-Italië en meer bepaald in Venetië. Een Italiaanse reis van Bosch zou niet alleen de vroege aanwezigheid van Bosch-werken in Italië verklaren, maar ook een aantal invloeden van Bosch op Noord-Italiaanse kunstwerken. Overigens is er in de archieven van ’s-Hertogenbosch een leemte tussen de jaren 1498/99 en 1503/04 wat de vermeldingen van Bosch’ naam betreft en het is blijkbaar pas vanaf 1504 dat de schilder zichzelf ‘Bosch’ begon te noemen, wat wijst op een internationale bekendheid van dan af. Slatkes’ laatste zin luidt: ‘Although there is no direct documentary evidence that places Hieronymus van Aeken, called Bosch, in Italy, all the circumstantial evidence indicates that he traveled to Italy sometime between 1499 en 1503, had a period of activity in Venice, and possibly visited other parts of north Italy’.
Vandenbroeck [1981a: 175 (noot 118)] schreef in verband met Slatkes’ hypothese over een eventuele Italië-reis van Bosch: ‘Voor het staven van deze hypothese, waarvoor – evenwel op andere gronden – veel te zeggen valt, worden geen werkelijk steekhoudende argumenten aangevoerd’. Wij zijn het daarmee eens.
[explicit]