Jheronimus Bosch Art Center

De Verloren Zoon, ofwel de waardering voor Jeroen Bosch en zijn werk in 's-Hertogenbosch

Van Oudheusden 2001b
Van Oudheusden, Jan
Serie: Historisch ABC - Archeologie Bouwhistorie en Cultuur 's-Hertogenbosch - deel 4
Genre: Non-fictie, kunstgeschiedenis
Uitgave datum: 2001
Bron: Jan van Oudheusden en Aart Vos (red.), "De Wereld van Bosch", Adr.Heinen, 2001, pp. 134-161

Van Oudheusden 2001b

 

“De Verloren Zoon, ofwel de waardering voor Jeroen Bosch en zijn werk in ’s-Hertogenbosch” (Jan van Oudheusden) 2001

[in: Jan van Oudheusden en Aart Vos (red.), De Wereld van Bosch. Historisch ABC – Archeologie Bouwhistorie en Cultuur ’s-Hertogenbosch – deel 4, Adr.Heinen, ’s-Hertogenbosch, 2001, pp. 134-161]

 

Van opdrachten aan Bosch weten we niets, behalve die van Filips de Schone uit 1504. De Bossche kroniekschrijvers en ook Albrecht Dürer zwijgen over Bosch. In de Bossche stadsrekeningen geen rechtstreekse verwijzingen naar zijn werk. Toch genoot hij wel degelijk een bijzondere reputatie, tot in de hoogste kringen. Bezaten werk van hem: Margaretha van Oostenrijk, Hendrik III van Nassau, Filips van Bourgondië, Rudolf II en zijn broer Ernst, Filips II. Ook de omvangrijke navolging in de zestiende eeuw wijst op het succes van Bosch. De Sint-Jan herbergde tot de zeventiende eeuw een aantal werken van Bosch. Die zijn echter verloren gegaan. In 1615 bezocht de bisschop de Sint-Jan. Eén van de kanunniken was geshockeerd door de naakten op een Laatste Oordeel en een Schepping van de Wereld. In 1626 trachtte de volgende bisschop van ’s-Hertogenbosch, Michaël Ophovius, een altaarstuk van Bosch te kopen dat in het bezit was van het Brusselse dominicanenklooster.

 

Na 1629 taande de herinnering aan Bosch in zijn geboortestad. De geschiedschrijver Jacob van Oudenhoven noemt hem nog in 1670, net als de achttiende-eeuwse historicus Van Heurn (hij zag bij de Bossche pensionaris Maarten Bowier een Antonius-verzoeking van Bosch). In 1663 bezat ene Jan de Backere een Kruisdraging van Bosch. In de negentiende eeuw vindt de geschiedschrijver Jan Hezenmans het jammer dat er van Bosch niets meer in Den Bosch te vinden is. In de zeventiende en achttiende eeuw duikt zijn naam nog wel op, maar hij werd onbegrijpelijk en afstotend gevonden. Pas in de negentiende eeuw, onder invloed van de Romantiek, het nationalisme en het groeiende burgerlijk bewustzijn, komen de schilderijen en hun maker langzaam weer vanonder het stof.

 

De Brusselse archivaris Alexandre Pinchart ontdekt in 1858 de bestelling uit 1504. In 1866 staat Jan Hezenmans in een werk over de Sint-Jan stil bij Bosch (ook artikelen over Bosch in 1874 en 1888). Merkwaardige beweringen over Bosch in de Winkler Prins Encyclopedie van 1874. In een historische optocht van juli 1885 komt onder meer Bosch voor. In 1909 een straatje naar Bosch genoemd. In 1922 een beeld van Bosch aan een brug (vernietigd in Wereldoorlog II). In 1930 onthulling van een standbeeld op de Markt (kleine tentoonstelling ook bij die gelegenheid). In 1936 tentoonstelling in Rotterdam. De figuur Jan Mosmans. De Bosch-tentoonstelling in 1967. Slechts 16.000 bezoekers uit Den Bosch (op een totaal van 270.900). Leidde niet tot een Jeroen Bosch-studiecentrum. Stimuleerde wel het onderzoek van pater Gerlach. ’s-Hertogenbosch heeft tot 2001 niet echt veel gedaan voor Bosch. Zal dit vanaf 2001 veranderen? Is de Verloren Zoon terug?

 

Een interessante en originele bijdrage, die niet alleen van belang is voor de Bosschenaar (hoewel deze hier wel in zekere zin geviseerd wordt). Dit smaakt naar meer: een geschiedenis van de Bosch-receptie door de eeuwen heen, maar dan niet alleen beperkt tot ’s-Hertogenbosch.

 

[explicit]

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

searchclosebarssort-desc linkedin facebook pinterest youtube rss twitter instagram facebook-blank rss-blank linkedin-blank pinterest youtube twitter instagram