Spronk 2023
“The Vienna Last Judgement revisited: The underdrawings” (Ron Spronk) 2023
[in: Jos Koldeweij en Willeke Cornelissen (red.), Jheronimus Bosch – His Workshop and His Followers – 5th International Jheronimus Bosch Conference, May 11-13, 2023, Jheronimus Bosch Art Center, ’s-Hertogenbosch, The Netherlands. Jheronimus Bosch Art Center, ’s-Hertogenbosch, 2023, pp. 322-340]
De Weense Laatste Oordeel-triptiek van Bosch werd tussen 2011 en 2018 onderworpen aan veelvoudig technisch onderzoek binnen de context van twee verschillende studieprojecten. De identificatie (door Koldeweij) van de heilige op het rechter buitenluik als Sint-Hippolytus en de doorlichting van het wapenschild op hetzelfde paneel leidden tot de conclusie dat het drieluik besteld werd door Hippolyte de Berthoz, een hoge Bourgondische hoveling uit Brugge. De vroege overschildering van het wapenschild van De Berthoz en zijn aanwezigheid als getekende maar nooit uitgeschilderde opdrachtgever in de linker benedenhoek van het middenpaneel waren waarschijnlijk het gevolg van de dood van Hippolyte in 1503, wat betekent dat het drieluik hoogstwaarschijnlijk rond dat jaar in productie was.
Spronk wijst op een ‘opvallend, zelfs dramatisch’ verschil tussen de stijl van uitvoering en de gebruikte materialen van de ondertekening op de buitenluiken en die van de binnenpanelen. De ondertekeningen op de buitenluiken passen perfect binnen de kerngroep van Bosch-werken, maar dat geldt niet voor de ondertekeningen op de binnenpanelen. De ondertekeningen van de geopende triptiek verschillen dramatisch qua stijl en methode van de ondertekeningen op de buitenluiken en van de schilderijen die behoren tot de kern van Bosch’ oeuvre. Dat is waarom het BRCP de authenticiteit van de ondertekeningen op de binnenpanelen afwijst: zij werden niet uitgevoerd door Bosch zelf. De buitenluiken werden wel in tekening voorbereid en uitgeschilderd door Bosch zelf.
Wie kan er dan verantwoordelijk geweest zijn voor de ondertekeningen van de binnenpanelen? Misschien was het Jan Provoost, een schilder uit Brugge (geboren rond 1465) die wellicht een korte tijd rond 1503 actief was in het atelier van Bosch. Of vond de productie van het drieluik plaats in Brugge, de thuisstad van de opdrachtgever, in samenwerking met één of meer lokale schilders? Er bestonden een aantal verbanden tussen de (brede) Van Aken-familie en Brugge. De mogelijkheid dat Bosch op locatie werkte aan grote opdrachten (men denke bijvoorbeeld ook aan de Tuin der Lusten-triptiek) verdient meer aandacht.
Als het BRCP gelijk heeft, dan werpt ‘de zaak-Wenen’ een interessant licht op de conclusies van Koreny (zie Koreny 2012, Koreny 2023), al bewijst zij niet noodzakelijk dat Koreny volledig ongelijk had.
[explicit 16 mei 2024 – Eric De Bruyn]