Vandenbroeck 1984a
“Nieuw materiaal voor de studie van het Hooiwagenmotief” (Paul Vandenbroeck) 1984
[in: Jaarboek Koninklijk Museum voor Schone Kunsten Antwerpen, 1984, pp. 39-65]
Vandenbroeck vestigt de aandacht op twee nog niet eerder gepubliceerde beeldvoorstellingen met hooithematiek. De eerste is een burijngravure (zonder naam van ontwerper, graveur of uitgever) die zeer nauw verwant is met de in 1559 door Bartholomeus de Mompere uitgegeven Al Hoy-prent. Een exemplaar wordt bewaard in het Kupferstichkabinet van het Germanisches Nationalmuseum te Nürnberg. Zich baserend op de stijl van de gravure en op de onderschriften bij de diverse taferelen, dateert Vandenbroeck de prent ‘omstreeks of na 1550’. Zij ontstond vermoedelijk in het Nederrrijns gebied en de onderschriften gaan hoogstwaarschijnlijk terug op een legger die in het Nederlands taalgebied te situeren is (misschien Utrecht, circa 1500). Uit de gravure blijkt dat hooi geassocieerd werd met wereldse bezittingen en allerlei wereldse gedragingen, maar ook met de mens zelf die zich aan deze dingen bezondigt.
De tweede beeldvoorstelling is een ets die bewaard wordt in het Prentenkabinet van de Brusselse Koninklijke Bibliotheek en die door Vandenbroeck gedateerd wordt circa 1550. De ets is niet voorzien van opschriften, maar zou een hooiberg voorstellen, waarop Christus zit. Daaronder beweegt een mensenmassa zich in de richting van de hooiberg. De auteur belooft op een andere plaats nader in te gaan op de iconografie van deze prent.
Vandenbroeck signaleert verder nog drie schilderijen met het hooiwagen-motief (van Gillis Mostaert, van een anonieme Zuid-Nederlandse meester circa 1600 en van Adriaen van de Venne) en een vijftal hooiwagen-uitbeeldingen die slechts bekend zijn uit zeventiende-eeuwse archiefvermeldingen.
[explicit]