Vandenbroeck 1987b
“Jheronimus Bosch’ Hooiwagen: enkele bijkomende gegevens”
(Paul Vandenbroeck) 1987
[in: Jaarboek Koninklijk Museum voor Schone Kunsten Antwerpen, 1987, pp. 107-142]
Na erop gewezen te hebben dat een ‘wagen van het Kwaad’ en het verschijnen van Christus in de wolken geen originele Bosch-vindingen zijn, stelt Vandenbroeck dat Bosch met het schilderen van oosterlingen op het middenpaneel van de Hooiwagen-triptiek de universaliteit van het Kwaad wilde aangeven. Hij vindt het evenwel verwonderlijk dat Bosch geen joden afbeeldde. De auteur geeft vervolgens een overzicht van een hele reeks middeleeuwse teksten en beeldvoorstellingen waarin het hooi een rol speelt en ‘die tot nu toe aan de aandacht der vorsers ontgaan zijn’. Ook aan het met hooi verwante ‘rapen’-motief besteedt hij aandacht.
Uit dit alles blijkt dat – in tegenstelling tot wat Grauls dacht – de oudtestamentische visie op hooi in de Nederlanden rond 1500 wél bekend was [p. 123], en dat het nastreven van hooi niet alleen verwijst naar de hebzucht maar naar de menselijke dwaasheden en de aardse ijdelheden in het algemeen. De boodschap achter Bosch’ Hooiwagen zou dan als volgt kunnen geformuleerd worden:
De mens van alle standen en landen is bezeten door het verlangen naar nietswaardige aardse genietingen (vooral sub specie luxuriae) en goederen, maar is hierbij het slachtoffer van duivels bedrog en verleiding, vergeet God en zichzelf, en loopt de eeuwige verdoeming in. [p. 139]
Op het einde van zijn artikel spreekt Vandenbroeck in verband met Bosch’ Hooiwagen over profane symboliek. De hooisymboliek bij Bosch zou erop wijzen dat een ‘elitaire’ cultuur volkse motieven en denkpatronen overnam en aanpaste, ofwel dat een ‘intermediaire’ cultuurlaag elementen uit de ‘hoge’ en de ‘lage’ cultuur versmolt.
Deze laatste uitspraken lijken ons niet alleen verwarrend (de auteur belooft elders nader in te gaan op dit probleem) maar bovendien aanvechtbaar: het hooi staat bij Bosch (en bijvoorbeeld ook in de Antwerpse Ommegang van 1563) duidelijk in een religieuze context, en de hooisymboliek in de late middeleeuwen is niet van volkse, maar van bijbelse oorsprong. Elders in de laatmiddeleeuwse cultuur kwam het hooi wel voor in een profane context (bijvoorbeeld in amoureus-erotische rederijkersteksten).
[explicit]