Vellekoop 2001
“Music and Dance in the Paintings of Hieronymus Bosch” (Kees Vellekoop) 2001
[in: Jos Koldeweij, Bernard Vermet en Barbera van Kooij (red.), Hieronymus Bosch. New Insights Into His Life and Work. Museum Boijmans Van Beuningen-NAi Publishers-Ludion, Rotterdam, 2001, pp. 200-205.]
De muziekinstrumenten die Bosch afbeeldde, hebben een realistisch en een fantastisch aspect. Ze zijn realistisch omdat ze meestal zeer getrouw zijn weergegeven en omdat ze in zijn tijd in een gelijkaardige context voorkwamen, ze zijn fantastisch omdat ze vaak rare vormen hebben, een onderdeel zijn van monsters of onbespeelbaar zouden zijn in de werkelijkheid. Fantastisch is ook heel vaak de omgeving waarin de instrumenten voorkomen.
Vellekoop geeft eerst een lijst van de muziekinstrumenten, dansers en muzikanten die in Bosch’ oeuvre voorkomen en geeft vervolgens wat meer commentaar. Het motief met de man die op het rechterluik van de Tuin der Lusten doorboord wordt door de snaren van een reusachtige harp, is misschien geïnspireerd door de Kerkvaders, die in de harp een figura crucis zagen, een folterinstrument voor degenen die de zonde van het vlees begaan hebben. Deze harp en de luit ernaast staan op een geopend muziekboek. De reden hiervoor is wellicht dat luit- en harpspelers naast zangers en organisten de enige muzikanten waren die muziek konden lezen. De buik van een luit werd in de middeleeuwen wel vergeleken met de buik van een vrouw. Deze erotische symboliek speelt misschien ook mee op het middenpaneel en rechterluik van het Weense Laatste Oordeel. Het loden zegeltje aan de kom die vastgehouden worden door de man bovenop de reusachtige draailier (rechterluik Tuin der Lusten) bevestigt dat de man een bedelaar is (zulk een loden zegel werd verplicht gemaakt voor bedelaars door een edict van Filips de Goede in 1459) en dat de draailier een bedelaarsinstrument was. Het instrument dat in het achterwerk van een man steekt, is duidelijk een fluit en geen blokfluit. Het reusachtige instrument op de rug van deze man is een schalmei.
Op het middenpaneel van de Verzoekingen van de H. Antonius (Lissabon) wordt een harp bespeeld door een schedelmonster op een geplukte gans. Is dit een late echo van het ezel met harp-motief uit de romaanse beeldhouwkunst (de dierlijke schedel zou namelijk naar verluidt de schedel van een ezel zijn)? In het Luxuria-fragment van het Tafelblad met de Zeven Hoofdzonden (Madrid) liggen een harp, een blokfluit en een trommel op de grond. Wou Bosch hiermee aangeven dat hij alle aardse instrumenten als symbolen van de wellust beschouwde? De doedelzak komt bij Bosch meestal voor als een typisch instrument van herders en boeren. De doedelzak op het middenpaneel van de Hooiwagen heeft duidelijk een erotische connotatie: de vorm van een doedelzak vertoont gelijkenis met de vorm van de mannelijke genitalia.
Muziekinstrumenten spelen in het werk van Bosch duidelijk een belangrijke rol, niet alleen in hun traditionele context, maar ook als foltertuigen. Vooral op het rechterluik van de Tuin der Lusten worden mensen gestraft in de hel voor zonden die ze met hun oren begaan hebben. De grote oren met een mes ertussen bovenaan het rechterluik vormen hier een verdere bevestiging van.
Deze bijdrage is vooral nuttig bij het identificeren van de muziekinstrumenten die Bosch afbeeldde. De iconografische duiding van de muziekinstrumenten valt echter erg magertjes uit.
[explicit]