Jheronimus Bosch Art Center
Datering
Kort voor 1084
Moderne editie
Nikolaas-Norbert Huyghebaert O.S.B. en Stefaan Gyselen (ed./vert.), "Drogo van Sint-Winoksbergen - Vita Godeliph", Lannoo, Tielt-Bussum, 1982
Taal
Latijn

Vita sanctae Godeliph [Het Leven van de Heilige Godelieve]

(Drogo van Sint-Winoksbergen) kort vóór 1084

[Teksteditie: Nikolaas-Norbert Huyghebaert O.S.B. en Stefaan Gyselen (ed./vert.), Drogo van Sint-Winoksbergen. Vita Godeliph. Latijnse tekst ingeleid door Nikolaas-Norbert Huyghebaert O.S.B. Nederlandse vertaling met noten voorzien door Stefaan Gyselen, pastoor-deken van Gistel. Lannoo, Tielt-Bussum, 1982 = Vita Godeliph ed. 1982]

 

Genre

 

Een heiligenleven in Latijns proza.

 

Auteur

 

Drogo, een benedictijnermonnik van de Sint-Winoksabdij te Bergen in het huidige Frans-Vlaanderen. Hij was een Vlaming die geboren werd in de kastelnij Bergen, waarschijnlijk rond 1020. Na 1084 overleed hij op betrekkelijk hoge leeftijd.

 

Situering / datering

 

Het originele handschrift van Drogo (ontstaan kort vóór 1084) ging verloren maar er bleef een kopie bewaard die kort na 1200 ontstond in de Cisterciënserabdij van Klommeren (Clairmarais, niet ver van Sint-Omaars). Deze kopie bevindt zich in de Bibliotheek van Sint-Omaars, handschrift 716, fol. 120v-123r. Handschrift 716 is een codex die de bijna volledige tekst bevat van het Magnum legendarium Flandriae, een verzameling heiligenlevens die in de middeleeuwse kerken en abdijen van Vlaanderen werden gelezen.

 

Inhoud

 

Deze vita beschrijft het leven, de dood en de mirakelen van Sint-Godelieve. Zij werd geboren in Wierre-Effroy, een dorpje in de buurt van Boonen (Boulogne), uit voorname ouders. Zij wordt uitgehuwelijkt aan een zekere Bertolf, een rijke man van hoge afkomst uit Gistel, maar om een of andere reden, daarbij blijkbaar beïnvloed door zijn moeder, behandelt hij zijn bruid zeer slecht. Zij wordt door haar man uitgehongerd. Na tussenkomst van de graaf en de bisschop gaat het even wat beter, maar na een tijd steken de haatgevoelens bij Bertolf weer de kop op en hij laat Godelieve door twee van zijn knechten op een nacht wurgen en vervolgens onderdompelen in een waterput. Dit gebeurde rond 1070 te Gistel. Op de plaats waar zij werd omgebracht, veranderde de aarde in witte steen. Na haar dood gebeuren er nog vele andere wonderen, waarvan er hier vier worden vermeld. Op 30 juli 1084 werd Godelieve heilig verklaard en borg bisschop Radbout de opgegraven resten van Godelieve in een schrijn dat boven op een altaar van de kerk werd geplaatst. De verheffingsakte bleef bewaard en wordt hier ook uitgegeven.

 

Thematiek

 

De stichtelijke bedoeling van deze tekst is om het leven van Godelieve te presenteren als een voorbeeld van christelijke vroomheid, terwijl de wonderen een bevestiging zijn van het bestaan van God en de correctheid van het christelijke geloof.

 

Receptie

 

Drogo schreef de vita in opdracht van Radbout, bisschop van Noyon-Doornik. Kort vóór 1084 kwam de toen al oude Drogo naar Gistel om aldaar de nog levende getuigen van Godelieves geschiedenis te ondervragen. Aangezien het om een Latijnse tekst gaat, bestond het geïntendeerde publiek blijkbaar in de eerste plaats uit geestelijken. Kloosterliteratuur.

 

Profaan / religieus?

 

Manifest stichtelijk-religieus.

 

Persoonlijke aantekeningen

 

Het Latijn van Drogo is volgens de inleiding van professor Huyghebaert ‘nogal stroef, hobbelig, vaak foutief, somtijds haast onverstaanbaar’ [p. 21] en ook de Nederlandse vertaling van pastoor Gyselen is niet vrij van taalsmetjes (‘haar vader noemde Heinfried’, ‘wanneer je zelf blij te moede waart, scheen het dat ze blij was met jou en waar je in een droevige stemming, zag het er naar uit, dat ze met jou meevoelde’). Veel belang heeft dit echter niet, want de tekst is vrij kort en bevat weinig opvallende passages die de diepere interesse van de lezer zouden kunnen opwekken. Het enige gegeven dat vragen oproept, is de haat van die Bertolf tegenover zijn kersverse bruid. Dit onderdeel van het verhaal blijft tergend onduidelijk: men begrijpt niet goed waarom Bertolf per se met Godelieve wilde huwen, als het toch alleen maar was om haar te kwellen. Werd hier door Drogo iets verzwegen over Godelieve dat de eigentijdse lezer beter niet te weten kwam?

 

In 1970 werd het skelet van Godelieve onderzocht aan de universiteit van Leuven [ed. 1982: 78-79]. Volgens professor Vanderschueren wees de schedel erop dat het ging om iemand tussen 20 en 24 jaar. Volgens professor Bonte, zich baserend op een afwijking van het atlasbeentje bovenaan de wervelkolom, zou het kunnen dat Godelieve mankte, maar dit werd dan weer afgewezen door professor Mulier die zelf opperde dat Godelieve misschien geen kinderen kon baren omwille van een te eng bekken. Professor Vandenberghe was het hier echter niet mee eens en sprak zelfs van ‘een mooi bekken voor een vrouw’. Ook de witte stenen, die nog altijd bewaard worden in Brugge, werden onderzocht. Volgens professor Geukens hebben deze stenen zich op natuurlijke gewijze gevormd door kalkvorming in de grond, zodanig zelfs dat men anno 1970 nog gemakkelijk de resten van fossielen in de stenen kon terugvinden. Op zich al stof voor een nieuw heiligenverhaal, dit universitair onderzoek!

 

[explicit 30 juni 2013]

searchclosebarssort-desc linkedin facebook pinterest youtube rss twitter instagram facebook-blank rss-blank linkedin-blank pinterest youtube twitter instagram