Jheronimus Bosch Art Center
Datering
1610
Moderne editie
Jan A. van Leuvensteijn (ed.), "De kluchten van Gerrit Hendericxsz van Breughel (...) - Deel II: Teksten", Academisch proefschrift V.U. Amsterdam, Lettrepro, Amsterdam, 1985, pp. 257-261
Taal
Middelnederlands

Een Clvchte Van eenen Cramer hebbende te Coop

veelderley drollighe Liedekens

(Gerrit Hendericxsz van Breughel) 1610

[Teksteditie: Jan A. van Leuvensteijn (ed.), De kluchten van Gerrit Hendericxsz van Breughel. Tekstuitgave met inleiding, taalkundige studies en tekstverklaringen. Deel II: Teksten. Academisch proefschrift V.U. Amsterdam, Lettrepro, Amsterdam, 1985, pp. 257-261 = Een Cramer met drollighe liedekens ed. 1985]

[Hummelen 3N4] [Pikhaus 119]

 

Genre

 

Een rederijkersklucht die tegelijk kan beschouwd worden als een tafelspel.

 

Auteur

 

Gerrit Hendericxsz van Breughel (ca. 1573-1635) was afkomstig uit Antwerpen en vluchtte omwille van zijn anti-katholieke en anti-Spaanse sympathieën naar Amsterdam, waar hij werkzaam was als drukker-uitgever. Hij schreef ook zelf (rederijkers)teksten en was lid van de Brabantse Kamer (tWit Lavendel) in Amsterdam. [Van Leuvensteijn I ed. 1985: 3-4]

 

Situering / datering

 

In 1610 publiceerde G.H. van Breughel te Amsterdam een aantal teksten van zijn eigen hand onder de titel Breughels Boertighe Cluchten (uniek exemplaar: ’s-Gravenhage, Koninklijke Bibliotheek, 843 D 23). In 1613 publiceerde hij een herdruk (uniek exemplaar: Leiden, Universiteitsbibliotheek, 1499 F 42). Een Cramer met drollighe liedekens (236 verzen) is één van de hierin opgenomen teksten.

 

Inhoud

 

Een marskramer belandt bij een feestend gezelschap en komt er zijn waren, maar vooral liedjes (waarschijnlijk op losse bladen) verkopen. Hij zingt voortdurend een aantal verzen van de liedjes (die voor het overgrote deel scabreus zijn) en laaft ondertussen regelmatig zijn dorst. Als blijkt dat hij niets verkoopt en het laat wordt, neemt hij zijn paard bij de teugels en vertrekt.

[Zie voor een samenvatting van de inhoud ook Van Leuvensteijn III ed. 1985: 404.]

 

Thematiek

 

In de eerste plaats is deze tekst bedoeld als kluchtig entertainment. Veel meer thematiek lijkt niet aanwezig te zijn. De marskramerfiguur wordt wel geassocieerd met dronkenschap en wellust.

 

Receptie

 

Stadsliteratuur in een rederijkerscontext. Verband met Amsterdam.

 

Profaan / religieus?

 

Manifest profaan.

 

 

 

Persoonlijke aantekeningen

 

Literair-esthetisch gezien is ook deze toneeltekst van Van Breughel weer van weinig waarde. Cultuurhistorisch valt er iets meer te rapen, onder meer in verband met erotische beeldspraak. Ofschoon het hier niet blijkt te gaan om een simpele marskramer die te voet rondtrekt met een mars (hij heeft immers een paard), biedt deze klucht toch aanvullende (geen nieuwe) gegevens in verband met de figuur van de marskramer in de late middeleeuwen. Uit de verzen 001, 004-005 en 011 blijkt dat zijn koopwaar bestaat uit haspelen, spillen, naalden, brillen, linten, kousenbanden, veters, kammen en liedjes (vermoedelijk op losse bladen). Bovendien past deze marskramer in de paragrafen die wij in 2001 [zie De Bruyn 2001a: 210-218] gewijd hebben aan de drankzuchtige en wellustige marskramer.

 

[explicit 28 juli 2011]

searchclosebarssort-desc linkedin facebook pinterest youtube rss twitter instagram facebook-blank rss-blank linkedin-blank pinterest youtube twitter instagram