Dat Boeck vander Voirsienicheit Godes (anoniem) circa 1410-20
[Teksteditie: A.F.S. Burssens (ed.), Dat Boeck vander Voirsienicheit Godes, ingeleid en uitgegeven. Leuvense Studiën en Tekstuitgaven, N.V. Standaard-boekhandel, Brussel-Antwerpen-Leuven, 1930 = Dat Boeck vander Voirsienicheit Godes ed. 1930]
Genre
Een Middelnederlands stichtelijk prozatraktaat.
Auteur
Anoniem.
Situering / datering
Dat Boeck vander Voirsienicheit Godes bleef bewaard in twee vijftiende-eeuwse handschriften [ed. 1930: 15].
A en B zijn kopieën [ed. 1930: 48]. De oorspronkelijke tekst dateert hoogstwaarschijnlijk van circa 1410-20 [ed. 1930: 50].
Inhoud / thematiek
Zie voor een uitgebreid inhoudsoverzicht ed. 1930: 15-31. De thematiek is stichtelijk. De tekst bevat eschatologische beschouwingen en dan vooral schilderingen van de hel, de hemel en het Laatste Oordeel [ed. 1930: 7].
Receptie
Kloosterliteratuur. Uit een toevoeging (circa 1520) op het einde van handschrift A blijkt dat het handschrift zich toen in het Sint-Ceciliahuis te Hoorn bevond en afkomstig was van een zekere Iacop Dircksen uit Haarlem (1450). A hoorde dus blijkbaar thuis in een klooster/stad-context [ed. 1930: 33]. B is hoogstwaarschijnlijk ontstaan in het klooster Bethlehem te Herent bij Leuven [ed. 1930: 47 / 96].
Profaan / religieus?
Manifest stichtelijk-religieus.
Persoonlijke aantekeningen
Tekstbezorger Burssens is van mening dat Dat Boeck vander Voirsienicheit Godes de panelen van Bosch ‘in de hand gewerkt, laat staan rechtstreeks geïnspireerd’ heeft [ed. 1930: 8]. Hij geeft echter geen concrete voorbeelden om dit aan te tonen.
Volgens Gerlach [1980: 136 / 137] zou de tekst géén invloed op Bosch hebben uitgeoefend. De tekst is in verband met Bosch naar verluidt wel zijdelings interessant.
Bax [1948: 277] wijst op twee passages die even doen denken aan Bosch (de onkuise man op een bed op het rechterbinnenluik van de Tuin der Lusten / de stervende vrek die zijn geld en vaatwerk smeekt hem te helpen = parallel met De dood van een vrek in Washington). Maar de overeenkomst is telkens te gering om invloed te mogen veronderstellen.
Herman Pleij [Dromen van Cocagne – Middeleeuwse fantasieën over het volmaakte leven, Prometheus, Amsterdam, 1997, p. 142] stelt het volgende: ‘Zo staat het in het Boeck van der Voirsienicheit Godes, een zondeboek voor catechese en biecht dat ongetwijfeld door Jeroen Bosch verslonden is, want hij lijkt het bij zijn helletaferelen regelrecht om te zetten in de meest angstaanjagende beelden die een schilder tot dan toe had weten te creëren’. Elders [Herman Pleij, Het gevleugelde woord – Geschiedenis van de Nederlandse literatuur 1400-1560, Uitgeverij Bert Bakker, Amsterdam, 2007, p. 88] luidt het: ‘(…) het Boeck van der voirsienicheit Godes, een zondeboek voor catechese en biecht, verslonden door de schilder Jeroen Bosch en bijna programmatisch terug te vinden in zijn schilderijen’.
[explicit 30 april 1997 / 9 juni 2016]