Vanden Neering (Heijnszoon Adriaensz) vóór 1568
[Diplomatische teksteditie: W.N.M. Hüsken, B.A.M. Ramakers en F.A.M. Schaars m.m.v. M.R. Hagendoorn en J.P.G. Heersche (eds.), Trou Moet Blijcken – Deel 6: Boek F – Bronnenuitgave van de boeken der Haarlemse rederijkerskamer ‘de Pellicanisten’. Uitgeverij Quarto, Assen, 1996, fol. 83r-92r = De Neering ed. 1996]
[Hummelen 1 OF 6]
Auteur
De Haarlemse rederijker Heijnszoon Adriaensz (volgens een originele aantekening op folio 92r).
Genre
Een zinnenspel.
Situering / datering
Dit spel (808 versregels in de editie-1996, het begin ontbreekt) bleef bewaard in Boek F uit de verzameling van de Haarlemse rederijkerskamer De Pellicanisten. Dit boek werd in 1598 voltooid door de kopiist Adriaen Louriszoon Lepel. Aangezien Heijnszoon Adriaensz in 1568 ter dood werd gebracht als ketter, dateert dit spel van vóór dat jaartal.
Inhoud
Het begin ontbreekt. De titel is terug te vinden in de originele inhoudstafel, vooraan in het handschrift. De allegorische figuren Eijgen Baet, Logen, Bedroch, Cracht en Suptiele Vonden buiten Den Nerinck en Gemeen Ambachtsvolck uit. Deze laatsten ronselen een aantal huurlingen en belegeren het kasteel van de eersten, met succes.
Thematiek
Profane sociale satire. Adriaensz neemt het duidelijk op voor de gewone ambachtslieden die door de moeilijke tijden problemen hebben om het hoofd boven water te houden.
Receptie
Stadsliteratuur. Het betreft hier een rederijkersstuk van een Haarlemse rederijkerskamer dat bewaard bleef in de archieven van een Haarlemse rederijkerskamer. Verband met Haarlem.
Profaan / religieus?
Profaan.
[explicit 20 augustus 1998]