Esbatement vanden Dryakelprouver (Cornelis Everaert) 1528
[Teksteditie: J.W. Muller en L. Scharpé (eds.), Spelen van Cornelis Everaert, vanwege de Maatschappij der Nederlandsche Letterkunde te Leiden met inleiding en aanteekeningen uitgegeven. Boekhandel en Drukkerij voorheen E.J. Brill, Leiden, [1898]-1920, pp. 197-208 = Dryakelprouver ed. 1920]
[Teksteditie: W.N.M. Hüsken (ed.), De Spelen van Cornelis Everaert – Opnieuw uitgegeven van inleidingen, annotaties en woordverklaringen voorzien. Deel I, Verloren, Hilversum, 2005, pp. 414-432 = Dryakelprouver ed. 2005]
[Hummelen 1 B 13]
Auteur
De Brugse rederijker Cornelis Everaert (ca. 1480-1556). Vergelijk ook bij Maria Hoedeken ed. 1920.
Genre
Volgens de originele titel een esbatement. Een rederijkersklucht.
Situering / datering
Deze klucht (359 verzen in de editie-1920) is één van de 35 toneelteksten die bewaard bleven in een autograaf-verzamelhandschrift (Brussel, Koninklijke Bibliotheek, sign. Hs. 19.036). Volgens de originele inhoudstafel werd het stuk geschreven in 1528.
Inhoud
Een weggelopen knecht staat te luisteren naar de loze verkooppraatjes van een kwakzalver en wordt door deze laatste aangenomen als helper. Onderweg wil de kwakzalver de knecht echter afranselen om hem sneller met de zware korf te doen voortgaan, waarop de knecht de korf neersmijt en wegloopt. Aan een vrouw vraagt de knecht om onderdak voor de nacht. Zij weigert, maar de jongeman dringt toch haar woning binnen en verbergt zich bovenop het hemelbed. Kort daarna komen de vrouw en haar echtgenoot thuis. De echtgenoot wil met zijn vrouw naar bed, zij staat daar wat weigerachtig tegenover (want hij zal haar weer pijn doen), maar voor het zover kan komen, zakt de knecht door het hemelbed. De man en de vrouw denken dat het de duivel is en lopen angstig weg.
Thematiek
In het eerste deel duidelijk satire op de bedrieglijke praktijken van kwakzalvers. In het tweede gedeelte satire op al te wellustige gehuwde mannen.
Receptie
Stadsliteratuur. Negatieve zelfdefiniëring vanuit burgerlijk perspectief. Negatieve zelfbeelden zijn de kwakzalver en de geile echtgenoot (niet toevallig een plattelander). Verder betreft het hier een rederijkersklucht van een Brugse rederijker. Verband met Brugge.
Profaan / religieus?
Manifest profaan.
[explicit 3 januari 1994 / 16 september 2016]