Een tafelspeilken up een hoedeken van Marye
(Cornelis Everaert) 1530/1531
[Teksteditie: J.W. Muller en L. Scharpé (eds.), Spelen van Cornelis Everaert, vanwege de Maatschappij der Nederlandsche Letterkunde te Leiden met inleiding en aanteekeningen uitgegeven. Boekhandel en Drukkerij voorheen E.J. Brill, Leiden, [1898]-1920, pp. 409-419 = Hoedeken van Marye ed. 1920]
[Teksteditie: W.N.M. Hüsken (ed.), De Spelen van Cornelis Everaert – Opnieuw uitgegeven, van inleidingen, annotaties en woordverklaringen voorzien. Deel II, Verloren, Hilversum, 2005, pp. 785-802 = Hoedeken van Marye ed. 2005]
[Hummelen 1 B 26 / Pikhaus 5]
Auteur
De Brugse rederijker Cornelis Everaert (ca. 1480-1556). Vergelijk ook bij Maria Hoedeken ed. 1920.
Genre
Een tafelspel.
Situering / datering
Dit spel (296 verzen in de editie-1920) is één van de 35 toneelteksten die bewaard bleven in een autograaf-verzamelhandschrift (Brussel, Koninklijke Bibliotheek, sign. Hs. 19.036). Volgens de originele inhoudstafel werd het geschreven in 1530, rekening houdend met de Brugse Paasstijl dus wellicht in het voorjaar van 1531 [ed. 2005: 787]. Uit de verzen 284-287 blijkt dat het stuk geschreven werd ter gelegenheid van de inhuldiging van een nieuwe ‘koning’ van het gilde der hoedenmakers, hoogstwaarschijnlijk te Brugge [ed. 1920: 418].
Inhoud
Zinnelicheyt en zijn vriendin Wille verschijnen op het feest van de nieuwe koning van het hoedenmakersgilde en beginnen wat te kibbelen. Zij worden terechtgewezen door een oudere vrouw, Redene, die hen vraagt welk geschenk ze komen aanbieden. Zinnelicheyt biedt de hoed ‘Tydelicke Nyeuwicheyt’ aan (= nieuwe vondsten die winst opleveren). Wille van haar kant biedt de hoed ‘Voorsieneghe Disscrecie’ aan (= vooruitziend verstand). Redene zelf heeft als geschenk ‘Viereghe Devocie’ bij: het is een rozenkrans, want wie een ‘rozenhoedje’ bidt, kan geen beter bewijs van devotie leveren. Zie voor een uitgebreidere samenvatting ed. 1920: 630-631 en ed. 2005: 785-786.
Thematiek
Via de allegorische betekenis van de presenten (twee hoeden en één rozenhoedje die respectievelijk verwijzen naar nieuwe snufjes, vooruitziendheid en vurige devotie) wordt een stichtelijke boodschap gebracht, waarbij de nadruk uiteindelijk valt op de devotie tot Maria.
Receptie
Stadsliteratuur. Het betreft hier een rederijkersspel van een Brugse rederijker, geschreven voor een (hoogstwaarschijnlijk Brugse) hoedenmakersgilde. Verband met Brugge.
Profaan / religieus?
Een mengeling van profane en religieuze elementen waarbij de laatste uiteindelijk de boventoon voeren.
Geraadpleegde literatuur
[explicit 14 juni 1994 / 23 september 2016]