Tspil vander Nichte (Cornelis Everaert) XVIA
[Teksteditie: J.W. Muller en L. Scharpé (eds.), Spelen van Cornelis Everaert, vanwege de Maatschappij der Nederlandsche Letterkunde te Leiden met inleiding en aanteekeningen uitgegeven. Boekhandel en Drukkerij voorheen E.J. Brill, Leiden, [1898]-1920, pp. 531-542 = De Nichte ed. 1920]
[Teksteditie: W.N.M. Hüsken (ed.), De Spelen van Cornelis Everaert – Opnieuw uitgegeven, van inleidingen, annotaties en woordverklaringen voorzien. Deel II, Verloren, Hilversum, 2005, pp. 988-1007 = De Nichte ed. 2005]
[Hummelen 1 B 35]
Auteur
De Brugse rederijker Cornelis Everaert (ca. 1480-1556). Vergelijk ook bij Maria Hoedeken ed. 1920.
Genre
Een rederijkersklucht.
Situering / datering
Dit spel (371 verzen in de editie-1920) is één van de 35 toneelteksten die bewaard bleven in een autograaf-verzamelhandschrift (Brussel, Koninklijke Bibliotheek, sign. Hs. 19.036). Het spel werd opgevoerd ter gelegenheid van een ‘koningsfeest’ (vergelijk vers 366). Over de precieze datering zijn geen verdere gegevens bekend.
Inhoud
Een vrouw die door haar man regelmatig afgeranseld wordt, krijgt raad van een nicht die op bezoek komt. Zij moet in opstand komen, haar man tussen een schuifraam klemmen en hem ook eens duchtig afranselen. Zo geschiedt. De man moet ten slotte beterschap beloven alvorens hij weer bevrijd wordt.
Thematiek
De strijd om de broek: de man/vrouw-relatie en de vraag wie er thuis de baas moet zijn. Via negatieve zelfdefiniëring wordt hier vanuit burgerlijk perspectief een standpunt ingenomen in verband met het ideale huwelijk. Deze keer is het negatieve zelfbeeld echter niet in de eerste plaats de vrouw, maar wel de man: de moraal (zie de verzen 359-362) is expliciet gericht tegen de vrauwesmytters die hun brave echtgenote onderdrukken.
Receptie
Stadsliteratuur. Het betreft hier een rederijkersklucht van een Brugse rederijker. Vergelijk ook bij thematiek. Verband met Brugge.
Profaan / religieus?
Zuiver profaan van aard.
[explicit 20 augustus 1994 / 26 september 2016]