Een Tafel spel van iij personagien:
ijdel lustken, willeken noijt genoech, buijcsken selden sat
(Dierick de Smet) circa 1600
[Teksteditie: Paul De Keyser (ed.), Het onuitgegeven Tafelspel van Al Hoy met Ijdel Lustken, Willeken Noyt Genoech en Buycxken Selden Sat uit het Dendermondse handschrift. Oudheidkundige Kring van het Land van Dendermonde, Buitengewone Uitgaven – nr. XX, Drukkerij A. De Cuyper-Robberecht, Dendermonde, 1964 = Al Hoy ed. 1964]
[Hummelen 1 Q 1] [Pikhaus 60]
Auteur
De Dendermondse rederijker Dierick de Smet, waarschijnlijk de factor van de Dendermondse rederijkerskamer De Rosieren [ed. 1964: VIII].
Genre
Een tafelspel (volgens De Keyser meer bepaald een geestelijk tafelspel) [ed. 1964: V]. Tafelspelen zijn rederijkersspelen waarbij ter gelegenheid van een feestmaal of een bruiloft een allegorisch, meestal komisch geschenk of present door twee of meer personages aan de tafelvoorzitter of het bruidspaar werd aangeboden [ed. 1964: III].
Situering / datering
Al Hoy (371 verzen) bleef bewaard in de zogenaamde ‘Verzameling-Van den Bossche’ (Jan van den Bossche was één der kopiisten): een handschrift dat zich bevindt in het Kerkarchief van de hoofdkerk van Dendermonde (zonder signatuur), en ontstond op het einde van de zestiende of aan het begin van de zeventiende eeuw. Het spel bevindt zich op de pagina’s 5-28. De titel ‘Al Hoy’ werd door De Keyser aan het tafelspel gegeven. Zie voor de oorspronkelijke titel hierboven.
Inhoud
In dit stuk treden drie allegorische personages op die allen een geschenk komen aanbieden uit naam van hun respectieve meesteres. Ijdel Lustken, een rokkenjager, komt vanwege Natuur een mooie vrouw presenteren. Willeken Noijt Genoech, een vrek,heeft van Vrouw Wereld een geldbeurs meegekregen. Buijcxken Selden Sat, een smulpaap, geeft in naam van Aarde een lekkere taart cadeau. Nadat de drie mekaar flink door de modder hebben gehaald, willen ze overgaan tot het overhandigen van hun geschenken, maar dan blijkt dat deze veranderd zijn in hooi (symbool van vergankelijkheid en nietswaardigheid). Maar als tspel ten eynde comt eest al hoij, luidt de moraliserende conclusie (vers 369). Vergelijk ook ed. 1964: IV.
Thematiek
Blijkbaar toch wel stichtelijk, hoewel dit niet wordt geëxpliciteerd. In ieder geval moraliserend: de vergankelijkheid van de aardse genietingen, meer bepaald van erotiek, bezit en lekker eten [vergelijk ed. 1964: VII, en Pikhaus II 1989: 258].
Receptie
Stadsliteratuur. Het betreft hier werk van een Dendermondse rederijker. Verband met Dendermonde.
Profaan / religieus?
De boodschap lijkt toch eerder stichtelijk, hoewel het religieuze aspect zeker niet echt beklemtoond wordt.
[explicit 9 april 1997]