’T Leven van Ioannes Ruysbroec (anoniem) circa 1490
[Teksteditie: P. Verdeyen s.j. (ed.), “De Middelnederlandse vertaling van Pomerius’ werk ‘De origine monasterii Viridisvallis’”, in: Ons Geestelijk Erf, deel 55, afl. 2 (juni 1981), pp. 105-165 = Leven van Ioannes Ruysbroec ed. 1981]
Auteur
Anoniem.
Genre
Een biografie (van Jan van Ruusbroec) in Middelnederlands proza.
Situering / datering
In twee handschriften bleef een Middelnederlandse vertaling bewaard van Henricus Pomerius’ De origine monasterii Viridisvallis, een relaas over het ontstaan van het Groenendaalklooster dat geschreven werd rond 1420.
Het Brusselse (verzamel)handschrift, dat hier door Verdeyen uitgegeven wordt, ontstond circa 1490. Het bevat nog twee andere religieuze teksten [vergelijk ed. 1981: 107-108] naast de Ruusbroec-biografie, die als titel heeft: Hier beghint een boecskyn vanden h. devoten cock van groenendaal. Nochtans bevat de tekst slechts een vertaling van de eerste twee delen van Pomerius’ drieledig werk en werd het derde deel (over Jan van Leeuwen, de kok van het Groenendaalklooster) niet opgenomen. Het werk van Pomerius werd waarschijnlijk in het Middelnederlands vertaald in het Rooklooster (bij Brussel), in elk geval nà 1432 [ed. 1981: 109 / 116 (noot 5)].
Inhoud
Het ontstaan en de vroegste geschiedenis van het Groenendaalklooster en het leven van zijn beroemdste inwoner Jan van Ruusbroec.
Thematiek
Stichtelijke aansporing tot het strikt navolgen van de kloosterregels.
Receptie
Meer dan het Latijnse origineel lijkt de vertaling gericht op een kloostermilieu. Het Brusselse handschrift behoorde waarschijnlijk toe aan het vrouwenklooster Sint-Elisabeth op de berg Sion, een klooster van reguliere kanunnikessen te Brussel [ed. 1981: 109].
Profaan / religieus?
Manifest stichtelijk-religieus.
[explicit 6 augustus 2003]