Jheronimus Bosch Art Center
Datering
Vóór 1565
Moderne editie
Osc. Van Den Daele en Fr. Van Veerdeghem (eds.), "De Roode Roos - Zinnespelen en andere tooneelstukken der zestiende eeuw, voor het eerst naar het Hasseltsche handschrift uitgegeven", Bergen, 1899, pp. 198-220
Taal
Middelnederlands

Bruer Willeken (anoniem) vóór 1565

[Teksteditie: Osc. Van Den Daele en Fr. Van Veerdeghem (eds.), De Roode Roos – Zinnespelen en andere tooneelstukken der zestiende eeuw, voor het eerst naar het Hasseltsche handschrift uitgegeven. Dequesne-Masquillier en Zonen, Bergen, 1899, pp. 198-220 = Bruer Willeken ed. 1899]

[Hummelen 1 S 10]

 

Auteur

 

De codex werd tussen 1611 en 1628 afgeschreven door twee leden van de rederijkerskamer De Roode Roos, Reinier Comans en Willem de Heckleer. Wie echter de auteur van het spel was, weten wij niet. Denkbeelden, taal en stijl wijzen wel op een Limburgse afkomst [ed. 1899: 22].

 

Genre

 

Een allegorisch rederijkersspel, meer bepaald een zinnenspel.

 

Situering / datering

 

Dit spel van 609 verzen (telling van de tekstbezorgers) maakt deel uit van een codex van de oude Hasseltse rederijkerskamer De Roode Roos, die bewaard wordt (werd?) in het Rijksarchief te Hasselt. Deze codex omvat twee delen: het repertoire en de rekeningen van de Kamer van 1611 tot 1628. Volgens een aantekening in het handschrift zelf werd het stuk gespeeld te Hasselt ‘tot Hasselt kermisse’ in 1565, 1587 en 1611. Het zal dus vermoedelijk niet lang vóór 1565 vervaardigd zijn.

 

Inhoud

 

Halff Verdoelt, een monnik, wil uit het klooster treden. Hij krijgt daarvoor toestemming van een pater, Bruer Willeken, die zegt dat hij het er maar eens goed moet van nemen in ‘de wereld’. Als Halff Verdoelt zijn kloosterkledij afwerpt, merkt hij dat hij daaronder gekleed is als een ‘zot’. Buiten het klooster, op weg naar de wereld, ontmoet hij Ducht voer Misdoen en Vreese voor dEnde, die hem aanraden terug te keren naar waar hij vandaan kwam, want in de wereld zal hij (Halff Verdoelt) bedrogen uitkomen.

 

Ducht en Vreese brengen hem dan bij drie ladders, waarmee men ‘in de wereld kan klimmen’. De drie ladders vertegenwoordigen de wijzen waarop men als geestelijke, als wereldlijke heer of als gewone man kan komen totten stoel van eeren (vers 190). Elke ladder heeft zeven trappen die de deugden voorstellen die elke stand moet hebben om het in de wereld ver te schoppen. Als Ducht en Vreese hem dit alles uitleggen, vindt Halff Verdoelt deze manieren om op de sociale ladder te klimmen maar niets. Naast deze drie ladders staat echter ook nog een kromme ladder, die de zonde en het bedrog voorstelt. Via deze ladder wil Halff Verdoelt nu wél ‘in de wereld klimmen’, maar als hij al halverwege is, steekt Katyvighe zijn hoofd uit ‘die Werelt’ en begint aan een klagerige opsomming van alles wat er in de wereld verkeerd loopt. Halff Verdoelt is zo sterk onder de indruk, dat hij de Wereld laat voor wat hij is en terug naar zijn veilig klooster keert.

 

Thematiek

 

Het spel is een bijtende satire op de wantoestanden in de zestiende-eeuwse maatschappij. Tegelijk is de moraal dat iedereen binnen zijn eigen stand moet blijven, als hij in de wereld enige eer wil behalen: Hoe ghy ter werelt sult commen tot eere; / Elck sal climmen op syn eyghen leere, / En laet eenen anderen syn leere verholen, / Blyft altesamen Christo bevolen [verzen 606-609, de laatste verzen van het stuk]. Als dusdanig is de boodschap zuiver profaan van aard, maar het geheel krijgt een religieus karakter doordat de boodschap uiteindelijk specifiek wordt toegepast op geestelijken: Geestelyck persoon, wildy weerlyck leven / Ende volgen dyns selven onbedwonghen wille, / Ghy sult bedroeghen syn [verzen 85-87]. En: Sinte Pauwels seyt, ick deert wel orconden: / Wie niet ghebonden en is en binde hem niet; / Maer die ghebonden is, dits myn bediet, / Die sie dat hy synen bant wel houwe [verzen 156-159].

 

Receptie

 

Dit spel behoorde tot het repertoire van een Hasseltse rederijkerskamer en werd verscheidene malen in Hasselt tijdens de kermis opgevoerd. Stadsliteratuur dus. Verband met Hasselt.

 

Profaan / religieus?

 

De uiteindelijke boodschap van het stuk is stichtelijk-religieus van aard. De expliciete maatschappelijke satire is echter een duidelijk profaan element.

 

[explicit 25 augustus 1992]

searchclosebarssort-desc linkedin facebook pinterest youtube rss twitter instagram facebook-blank rss-blank linkedin-blank pinterest youtube twitter instagram