Een batement van vier personagien
[Meester Hoon en Lippen Slechthooft]
(anoniem) XVI?
[Teksteditie: N. van der Laan (ed.), Rederijkersspelen naar een handschrift ter bibliotheek van het Leidsche Gemeentearchief uitgegeven. Martinus Nijhoff, ’s-Gravenhage, , 1932, pp. 93-117 = Meester Hoon en Lippen Slechthooft ed. 1932]
[Hummelen 1 P 8]
Auteur
Een anoniem gebleven lid van de Haagse rederijkerskamer De Koorenblommen [ed. 1932: XVIII].
Genre
Volgens het originele opschrift een ‘batement’: een rederijkersklucht.
Situering / datering
Deze klucht (500 verzen) bleef bewaard in een handschrift met rederijkersspelen, de zogenaamde Verzaming-Van der Morsch (Leiden, Gemeentearchief, Ms. nr. 72421, ff. 145r-156v). Het handschrift heeft in de zeventiende eeuw toebehoord aan Pieter Cornelisz. van der Morsch, stadsbode en rederijker, lid van De Witte Acoleijen te Leiden. Het dateert uit het begin van de zeventiende eeuw, de erin bewaarde stukken dateren wellicht nog uit de zestiende eeuw [ed. 1932: XI].
Inhoud
Zie voor een samenvatting ed. 1932: XVII-XVIII.
Thematiek
Naast luchtig entertainment ook negatieve zelfdefiniëring. Negatieve zelfbeelden zijn de bedrieglijke kwakzalver-marskramer en de domme, luie boer. Merkwaardig is dat het hier de boer is die de kwakzalver uiteindelijk (weliswaar onbewust) voor schut zet. Het thema is dus duidelijk ‘de bedrieger bedrogen’.
Receptie
Stadsliteratuur. Het betreft een rederijkersklucht van een Haagse rederijker die bewaard bleef in een Leidse rederijkerscontext. Verbanden met Den Haag en Leiden.
Profaan / religieus?
Zuiver profaan van aard.
[explicit 7 juli 1996]