Die Trauwe (anoniem) vóór 1595
[Teksteditie: Osc. Van Den Daele en Fr. Van Veerdeghem (eds.), De Roode Roos – Zinnespelen en andere tooneelstukken der zestiende eeuw, voor het eerst naar het Hasseltsche handschrift uitgegeven. Dequesne-Masquillier en Zonen, Bergen, 1899, pp. 138-196 = Trauwe ed. 1899]
[Hummelen 1 S 6]
Auteur
De codex werd tussen 1611 en 1628 geschreven door Reinier Comans en Willem de Heckleer, twee leden van de rederijkerskamer De Roode Roose te Hasselt. De auteur van het spel bleef echter anoniem.
Genre
Een rederijkersspel, meer bepaald een zinnenspel.
Situering / datering
Dit spel van 1690 verzen (telling van de tekstbezorgers) maakt deel uit van een codex van de oude Hasseltse rederijkerskamer De Roode Roos, die bewaard wordt (werd?) in het Rijksarchief te Hasselt. Deze codex omvat twee delen: het repertoire en de rekeningen van de kamer van 1611 tot 1628. In het stuk zelf komt een datum voor: int jaer 1595, in 7ber den 28n dach (vers 402). Het spel werd dus zeker in 1595 ten tonele gebracht en wellicht werd het kort daarvoor geschreven. De datering ante quem is in elk geval 1595.
Inhoud
Die Werelt is uit op meer en meer geld en laat zich door de sinnekes Listich Vondeken en Bedrochelyck Geest overhalen om zijn dienaar Trouwe (in het stuk zelf inderdaad plots met ‘ou’) uit zijn hofhouding en zijn land te verbannen. In diens plaats worden Ghirichyt en Valschyt als (vrouwelijke) adviseurs geëngageerd. Trouwe gaat hulp zoeken bij Troost, Hoepe en Genuchte maar uit schrik voor represailles laten dezen hem in de steek. Trouwe is wanhopig en vraagt aan Onverduldichyt om hem te doden. Daarop krijgen Genuchte, Troost en Hoepe spijt en zij besluiten Trouwe alsnog te helpen. Ondertussen worden Allen Ambachten en Allen Staeten aan het hof van Die Werelt ontboden om te komen vertellen waar Trouwe zich ergens schuilhoudt, want waar Trouwe is, kan Die Werelt niet genoeg geld verdienen. Eén voor één worden dan alle ambachten en alle wereldlijke en geestelijke staten overlopen, maar geen van hen hanteert ‘Trouwe’, tot groot genoegen van Die Werelt.
Genuchte, Troost en Hoepe doen dan een beroep op Godtvader en deze zendt Justitia en Bermhertichyt naar de aarde om Trouwe te helpen. Deze laatste daagt Die Werelt uit voor een tweegevecht, maar Die Werelt laat in zijn plaats Fortse (de militaire macht) vechten. Fortse wordt door Trouwe verslagen, waarop Die Werelt zich bekeert en Trouwe, Hoepe, Troost en Genuchte in ere hersteld worden.
Thematiek
Is duidelijk stichtelijk-allegorisch en maatschappijkritisch bedoeld. De wereld wordt gedomineerd door hoogmoed, hebzucht en bedrog en de ambachten, de boeren, de clerus en de hogere burgerij kennen geen trouw meer. Dit alles wordt door het militaire apparaat in stand gehouden. De adel blijft bij dit alles slechts schijnbaar buiten schot, want de adel wordt immers vertegenwoordigd door Die Werelt zelf: hij heeft een hof(houding). In de laatste 35 verzen van het stuk wordt de moraal duidelijk geëxpliciteerd: als men zich ver houdt van hebzucht en bedrog (ook onkuisheid wordt heel even vermeld, in vers 1687) en in plaats daarvan trouw en eerlijk is in alles wat men doet, dan zal men genade vinden in de ogen van God.
Receptie
Dit spel stond op het repertoire van een Hasseltse rederijkerskamer en kan als dusdanig tot de stadsliteratuur gerekend worden. Ook de speciale aandacht die het personage Allen Ambachten krijgt (naast Allen Staeten), wijstop een stedelijk- burgerlijk perspectief.
Profaan / religieus?
Het spel is in de eerste plaats stichtelijk-religieus van aard maar bevat daarnaast ook heel wat zuiver profane passages.
[explicit 20 augustus 1992]