Tafel-spel van eenen Quacksalver
(Gerrit Henderickxsz van Breughel) 1612
[Teksteditie: Jan A. van Leuvensteijn (ed.), De kluchten van Gerrit Hendericxsz van Breughel – Tekstuitgave met inleiding, taalkundige studies en tekstverklaringen – Deel II: Teksten. Academisch proefschrift V.U. Amsterdam, Lettrepro, Amsterdam, 1985, pp. 280-282 = Quacksalver ed. 1985]
[Hummelen 3 O 3] [Pikhaus 85]
Auteur
Gerrit Hendericxsz van Breughel (ca. 1573-1635) was afkomstig uit Antwerpen en vluchtte omwille van zijn anti-katholieke en anti-Spaanse symptahieën naar Amsterdam, waar hij werkzaam was als drukker-uitgever. Hij schreef ook zelf (rederijkers)teksten en was lid van de Brabantse Kamer ’t Wit Lavendel in Amsterdam [Van Leuvensteijn I ed. 1985: 3-4].
Genre
Een rederijkersklucht, in de titel een ‘Tafel-spel’ geheten. Het is een door een kwakzalver gehouden monoloog.
Situering / datering
In 1612 pibliceerde G.H. van Breughel een tweede bundel met teksten van zijn eigen hand, onder de titel Het Tweede Deel van Breugels boertige Cluchten (uniek exemplaar: Leiden, Universiteitsbibliotheek). Een Quacksalver (122 verzen) is één van de hierin opgenomen teksten.
Inhoud
Op een plek waar veel mensen passeren, gaat een kwakzalver op een aschton (vuilniston) staan om een smoutgen (zalfje) aan te prijzen en te verkopen. Het zalfje, so sacht als de vrouwen buycken, helpt naar verluidt tegen allerlei kwalen, gaande van verstuikingen, hoofdpijn en oorzuizingen over heymelijcke ghebreken van vrouwen tot rode buikloop, pleuris en de driedaagse koorts. Als hij ziet dat tegen de middag iedereen naar huis gaat, kraamt hij op, maar na de middag zal hij weerkeren, want niets verkopen bezorgt hem tandpijn. Zie voor een samenvatting van de inhoud ook Van Leuvensteijn III ed. 1985: 490.
Thematiek
In de eerste plaats is deze tekst bedoeld als kluchtig entertainment. Daarnaast ook negatieve zelfdefiniëring, gericht op een stedelijk publiek, met als negatief zelfbeeld de bedrieglijke kwakzalver die een wondermiddeltje probeert te slijten. ‘Het tafelspel toont de oplichterspraktijken van iemand die zich voor kwakzalver uitgeeft’ [Van Leuvensteijn I ed. 1985: 15].
Receptie
Stadsliteratuur in een rederijkerscontext. Verband met Amsterdam.
Profaan / religieus?
Profaan.
Persoonlijke aantekeningen
Deze klucht valt bijzonder kort uit en is literair gezien erg zwak. Cultuurhistorisch is de tekst wel interessant omwille van het (negatieve) beeld van de rondreizende kwakzalver dat hier geschetst wordt.
[explicit 9 augustus 2011]