Het spel genaempt d’evangelische maeltijt (anoniem) XVIB
[Diplomatische teksteditie: W.N.M. Hüsken, B.A.M. Ramakers en F.A.M. Schaars (eds.), Trou Moet Blijcken – Deel 1: Boek A – Bronnenuitgave van de boeken der Haarlemse rederijkerskamer ‘de Pellicanisten’. Uitgeverij Quarto, Assen, 1992, ff. 65v-85v = Evangelische maeltijt ed. 1992]
[Hummelen 1 OA 5]
Auteur
Een anoniem gebleven rederijker.
Genre
Een allegorisch rederijkersspel, meer bepaald een ‘gelijkenisspel’ [vergelijk Hummelen 1968: 341].
Situering / datering
Het betreft hier een toneeltekst (1986 verzen/regels in de editie-1992) die bewaard bleef in Boek A uit het archief van de Haarlemse rederijkerskamer De Pellicanisten. Evangelische maeltijt is het vijfde spel dat in het handschrift voorkomt. Boek A werd omstreeks 1600 vervaardigd. Volgens een aantekening na de laatste verzen (fol. 85v) werd het spel door De Pellicanisten opgevoerd te Haarlem op 24 juni 1592.
Inhoud
Een bewerking van de parabel van de onwillige bruiloftsgasten (Mattheus 22, 1-14 / Lucas 14, 15-24). Tot de toevoegingen behoren onder meer een aantal allegorische personages en twee sinnekes.
Thematiek
Een stichtelijke, reformatorische aansporing tot een sterk geloof en vertrouwen in God. Zie voor het reformatorische karakter onder meer fol. 84r (verzen 1854-1864) waar duidelijk gezegd wordt dat niet de werken maar alleen het geloof in God de mens zalig maakt. In verband met het feestmaal wordt ook frequent de typisch reformatorische term ‘avondmaal’ gebezigd. De onwillige bruiloftsgasten wordne geduid als joden. De armen, kreupelen enz. die hun plaats innemen, zijn de (christelijke) zondaars die zich afkeren van het kwaad (ff. 82r-84r).
Receptie
Stadsliteratuur. Het spel is het werk van een rederijker en bleef bewaard in het archief van een Haarlemse rederijkerskamer. Vergelijk verder de proloog [fol. 66r (verzen 73-84)] waarin de overheid en de burgers van Haarlem worden begroet. Verband met Haarlem.
Profaan / religieus?
Stichtelijk-religieus (reformatorisch).
[explicit 1 oktober 1994]