Een speel van eenen schoenlapper met syn wijf
(anoniem) vóór 1560
[Teksteditie: Freddy Puts (ed.), “Twee esbattementen uit de codex Adriaen Wils”, in: Jaarboek De Fonteine, XXXIX-XL (1989-90), Tweede reeks: nr. 31-32, pp. 147-183 (tekst: pp. 149-165) = Schoenlapper met sijn Wijf ed. 1989-90]
[Hummelen 1 N 4]
Auteur
Anoniem. Hoogstwaarschijnlijk afkomstig uit een Brabantse stad (wellicht Antwerpen) [ed. 1989-90: 149]. De kopiist is de Antwerpse rederijker Adriaen Wils (1580-1633/34). Deze was lid van de Antwerpse rederijkerskamer De Goudbloem en hij was wellicht gedurende een bepaalde periode ook factor van deze kamer [ed. 1989-90: 147-148].
Genre
Volgens het opschrift in het manuscript een ‘speel’. Een rederijkersklucht [ed. 1989-90: 150].
Situering / datering
Deze klucht is afkomstig uit de zogenaamde ‘Codex Adriaen Wils’ (Brussel, Koninklijke Bibliotheek, Handschriftenkabinet, 15.663). Wils legde tussen 1599 en circa 1630 in handschrift een verzameling aan van 50 refreinen, 7 liederen, 8 toneelstukken en enkele andere teksten. De hier besproken klucht (239 verzen) komt voor op ff. 26v-32r en zou volgens Puts zeker dateren van vóór 1560 [ed. 1989-90: 149]. Het stuk was bedoeld om gespeeld te worden ter gelegenheid van Sint-Jan of Midzomer (24 juni) (vergelijk vers 189).
Inhoud
Een schoenlapper heeft slaande ruzie met zijn vrouw. Deze laatste wil naar de pastoor gaan om een echtscheiding aan te vragen, maar de schoenlapper is haar voor, leent de kledij van de pastoor en als zijn vrouw hem op het kerkhof aanspreekt (in de mening dat het om de echte pastoor gaat), wijst hij haar terecht: zij moet haar man gehoorzamen en onderdanig zijn. De vrouw druipt af en gaat terug naar huis, waar het al snel weer tot slaande ruzie komt. De man delft deze keer het onderspit en belooft voortaan een ‘lam’ te zijn.
Thematiek
Deze klucht past perfect in de thematiek rond de ‘strijd om de broek’ en fungeert als negatieve zelfdefiniëring. Negatieve zelfbeelden zijn de pantoffelheld en de bazige vrouw. Dat het spel zou bedoeld zijn als exempel en dat de moraal erin zou bestaan dat de man zijn vrouw niet te zeer mag tiranniseren omdat dit anders een omgekeerd effect heeft, lijkt ons onjuist [vergelijk ed. 1989-90: 150].
Receptie
Stadsliteratuur. De thematiek past volledig in de laatmiddeleeuwse stedelijke burgermoraal. Bovendien betreft het hier een rederijkersklucht die afkomstig is uit een codex die ontstaan is in Antwerpse rederijkerskringen. Verband met Antwerpen.
Profaan / religieus?
Profaan.
[explicit 23 januari 1994]