De vier des werelts staten [Loterijspel]
(Jan van Hout) 1596
[Teksteditie: N. van der Laan (ed.), Noordnederlandse rederijkersspelen. Bibliotheek der Nederlandse Letteren, Standaard-boekhandel, Brussel, 1941, pp. 239-293 = Vier des werelts staten ed. 1941]
[Teksteditie: Johan Koppenol (ed.), Leids heelal – Het Loterijspel (1596) van Jan van Hout. Verloren, Hilversum, 1998, pp. 393-460 = Vier des werelts staten ed. 1998]
[Hummelen 2 13a / 2 13b]
Auteur
De Leidse rederijker en stadssecretaris Jan van Hout.
Genre
Een allegorisch rederijkersspel. Het oorspronkelijke opschrift spreekt van een speeltgen.
Situering / datering
Dit spel bleef bewaard in een lange versie (Leiden, Gemeentearchief, Bibliotheek Leiden en omgeving, inv. nr. 72413f), overigens een autograaf van de auteur, en in een (anonieme) korte versie (Leiden, Gemeentearchief, Bibliotheek Leiden en omgeving, inv. nr. 72413f). Het stuk werd op 27 mei 1596 te Leiden opgevoerd door de Leidse rederijkerskamer De Witte Acoleyen, ter gelegenheid van een rederijkersfeest in het kader van een loterij ter financiering van een nieuw armengasthuis. Vandaar dat dit stuk ook wel het Loterijspel van Jan van Hout wordt genoemd.
Inhoud
Zie hiervoor het gedetailleerde inhoudsoverzicht dat zich in het handschrift vlak vóór het eigenlijke spel bevindt [ed. 1998: 395-398, vergelijk ook ed. 1941: 23-25].
Thematiek
Een boer, een zeeman, een advocaat en een alchemist klagen over de schade die zij geleden hebben (respectievelijk op het land, op het water, met lucht en met vuur). Via een spinster en een smid komen zij terecht bij een pandjesbaas die hen verder helpt, onder meer door hen lotjes te verkopen. Ten slotte komt Ware Onderwijsinge hen vermanen: hun ongeluk is Gods straf voor hun zonden, dus zij moeten niet klagen, temeer daar God hen in leven heeft gelaten en er armen zijn die het veel slechter hebben. Daarom wordt iedereen (ook het publiek) aangemaand deel te nemen aan de loterij ten voordele van de armen. Zie voor deze thematiek ed. 1941: 241 / 245 (de samenvatting) en 291 (verzen 854-859) / 291-292 (verzen 871-888).
Receptie
Stadsliteratuur. Het betreft hier een Leids rederijkersspel, opgevoerd ter gelegenheid van een rederijkersfeest te Leiden, door een Leidse rederijkerskamer. Verband met Leiden.
Profaan / religieus?
Half profaan-moraliserend, half religieus-stichtelijk.
Geraadpleegde lectuur
[explicit 28 juni 1996]