Die sotternie van Rubben (anoniem) circa 1405-08
[Teksteditie: Louise van Kammen (ed.), De Abele Spelen naar het Hulthemse Handschrift. Nederlandse Klassieken, Athenaeum-Polak & Van Gennep, Amsterdam, 1969 (2), pp. 241-252 = Rubben ed. 1969]
[Diplomatische teksteditie: Herman Brinkman en Janny Schenkel (eds.), Het handschrift-Van Hulthem – Hs. Brussel, Koninklijke Bibliotheek van België, 15.589-623 – Diplomatische editie – Band 2. Middeleeuwse Verzamelhandschriften uit de Nederlanden – VII, 2, Verloren, Hilversum, 1999, pp. 1212-1221 (tekst 211.2) = Rubben ed. 1999]
[Hummelen add. 0 A 10]
Auteur
Anoniem.
Genre
Volgens het originele opschrift in de codex een ‘sotternie’ (korte klucht).
Situering / datering
Deze klucht (244 verzen) bleef bewaard in het handschrift-Van Hulthem (Brussel, Koninklijke Bibliotheek, 15.589-623) waar zij wordt aangetroffen vlak na het abel spel Vanden winter ende vanden somer (ff. 239v-241v). Het handschrift-Van Hulthem dateert van circa 1405-08, de klucht zelf dateert hoogstwaarschijnlijk van de tweede helft van de veertiende eeuw [NLG 1993: 65].
Inhoud
De hoofdpersoon Rubben is een oude pantoffelheld wiens jonge vrouw drie maanden na het huwelijk van een zoontje bevalt. Rubbens schoonouders weten hem ervan te overtuigen dat men na drie maanden toch een voldragen negenmaands kind kan baren. De schoonvader zegt daarna tegen de schoonmoeder dat zij iedereen – ook hemzelf – weet te bedriegen, maar als zij met een pak slaag dreigt, zwijgt hij snel.
Thematiek
Behalve kluchtig entertainment, ook negatieve zelfdefiniëring binnen een stedelijke context. Worden aan de kaak gesteld: de dwaasheid van de (boerse) pantoffelheld en de vrouwelijke listigheid annex bazigheid.
Receptie
Stadsliteratuur. De bron (handschrift-Van Hulthem) en de thematiek wijzen daarop. Vergelijk verder ook NLG 1993: 66. Verband met Brussel.
Profaan / religieus?
Profaan.
Geraadpleegde lectuur
[explicit 5 december 1995]