Theophilus (anoniem) circa 1405-08
[Teksteditie: Rob Roemans en H. van Assche (eds.), Theophilus. Klassieke Galerij – nr. 136, De Nederlandsche Boekhandel, Antwerpen, 1960 = Theophilus ed. 1960]
[Diplomatische teksteditie: Herman Brinkman en Janny Schenkel (eds.), Het handschrift-Van Hulthem – Hs. Brussel, Koninklijke Bibliotheek van België, 15.589-623 – Diplomatische editie – Band 2. Middeleeuwse Verzamelhandschriften uit de Nederlanden – VII, 2, Verloren, Hilversum, 1999, pp. 1013-1059 (tekst 201) = Theophilus ed. 1999]
Auteur
Bleef anoniem. Waarschijnlijk een Vlaamse priester of monnik [ed. 1960: XIII].
Genre
Een berijmde Marialegende [ed. 1960: V]. Een uitgewerkt exempel (vergelijk de titel in het handschrift-Van Hulthem: Eene scone miracle dat onser vrouwe dede ane theophiluse ende ende scone exempel).
Situering / datering
Theophilus (1854 verzen) bleef bewaard in het handschrift-Van Hulthem (Brussel, Koninklijke Bibliotheek, 15.589-623, ff. 196v-206v, tekst 201). Het handschrift-Van Hulthem dateert van circa 1405-08. De communis opinio stelt dat de oorspronkelijke tekst ontstond in de veertiende eeuw [ed. 1960: XIV]. De Theophilus-stof treffen we voor het eerst aan in Griekenland, vanwaar zij zich via de Latijnse bewerking van paulus Diaconus Neapolitanus (circa 840) doorheen West-Europa in het Latijn en later in de volkstalen verspreid heeft [ed. 1960: VI].
Inhoud
De hoofdpersoon is een wijze raadsman van een bisschop die door achterklap in ongenade valt. Via een jood sluit hij een verbond met de duivel waardoor hij machtiger wordt dan ooit. Hij krijgt echter berouw en dankzij de bemiddeling van Maria worden zijn zonden vergeven. Zie voor een uitgebreidere samenvatting van de inhoud ed. 1960: V-VIII.
Thematiek
Manifest stichtelijk. Ook de grootste zonden kunnen dankzij de genade van God en de voorspraak van Maria vergeven worden. Veel aandacht blijkt de auteur ook te besteden aan achterklap (zie onder meer de proloog en verzen 323-346).
Receptie
Oorspronkelijk wellicht geen stadsliteratuur. Doordat de tekst echter bewaard bleef in het handschrift-Van Hulthem is er wel een (vijftiende-eeuwse) band met de stadscultuur. Verband met Brussel.
Profaan / religieus?
Stichtelijk-religieus.
Persoonlijke aantekeningen
Als men Beatrijs en Theophilus (twee Middelnederlandse Marialegenden) vlak achter elkaar leest, blijkt duidelijk de literaire meerwaarde van de eerste tekst. De auteur van de Theophilus is een veel minder goede en vaak breedsprakerige, langdradige dichter. Ook Van Mierlo [I 1939: 198-199] en Knuvelder [I 1970: 193] merkten reeds op dat de dichter van de Theophilus geen grote kunstenaar was.
Het verhaal van Theophilus komt ook voor in de Legenda aurea (circa 1260) van Jacobus de Voragine [Legenda aurea II ed. 1993: 157].
[explicit 7 maart 1995]