’t Spel van den spigel (anoniem) circa 1500
[Teksteditie: C.F.P. Stutterheim (ed.), Twee onbekende tafelspelen, met inleiding en aantekeningen uitgegeven. H.J. Paris, Amsterdam, 1946, pp. 7-18 = Spigel ed. 1946]
[Hummelen 1 A 1] [Pikhaus 1]
Auteur
Anoniem. De taal wijst in de richting van de oostelijke Nederlanden (Limburg?).
Genre
Een tafelspel, meer bepaald een bruilofts- en presentspel.
Situering / datering
Dit korte tafelspel (151 verzen) werd in handschrift aangetroffen te Rome in de Bibliotheek van het Vaticaan (hs. Barberiniana Latina nr. 186, X:4). Volgens Pikhaus dateert het uit het inde van de vijftiende of het begin van de zestiende eeuw. De titel is afkomstig van Stutterheim: in het handschrift ontbreekt de titel namelijk.
Inhoud
Sot en Jonck willen een bruid en bruidegom een present aanbieden. Zij kiezen voor een spiegel waarin de pasgehuwden zich kunnen ‘paleren’. Jonck gaat de spiegel van zijn moeder halen, maar Sot laat hem in scherven vallen. Daarop verschijnt Vreys van der Doet (een vrouw) ten tonele, die voorstelt om hààr spiegel aan het brudspaar te schenken. Wat dan ook geschiedt.
Thematiek
Is duidelijk stichtelijk bedoeld. De spiegel van Sot en Jonck staat voor de aardse ijdelheden (zie ook hun allegorische namen), de spiegel van Vrouw ‘Angst voor de Dood’ symboliseert het bezorgd zijn om het eigen zielenheil (vergelijk verzen 121-122: Eynen spigel, daer ghy u in sult paleren / Tegen dat gy in den oppersten staet sult reysen). Alhoewel Sot zich excuseert omdat zij Angst voor de Dood hebben meegebracht, lijkt Jonck zich op het einde duidelijk aan te sluiten bij haar stichtelijke bedoelingen. Zie zijn afscheidswoorden: Die conynck, die hiemel ende erd gewrocht, / Vogelen, dieren ende ons allen mede, / Die verleene u beyen te saemen vrede (verzen 149-151).
Receptie
Het tafelspel is een typisch rederijkersgenre. Dit tafelspel behoort dus tot de stadsliteratuur.
Profaan / religieus?
De bruiloftsspelen mengen het kluchtige met het allegorische en moraliserend-stichtelijke. De inhoud bevat dus zowel profane als religieuze elementen.
[explicit 28 december 1992]