’t Spel van den lansknecht (anoniem) circa 1500
[Teksteditie: C.F.P. Stutterheim (ed.), Twee onbekende tafelspelen, met inleiding en aantekeningen uitgegeven. H.J. Paris, Amsterdam, 1946, pp. 21-38 = Lansknecht ed. 1946]
[Hummelen 1 A 2] [Pikhaus 2]
Auteur
Anoniem. De taal wijst in de richting van de oostelijke Nederlanden (Limburg?).
Genre
Een tafelspel, meer bepaald een monoloog.
Situering / datering
Dit korte tafelspel (215 verzen) werd in handschrift aangetroffen te Rome in de Bibliotheek van het Vaticaan (hs. Barberiniana Latina nr. 186, X:4). Volgens Pikhaus dateert het uit het einde van de vijftiende of het begin van de zestiende eeuw. De titel is afkomstig van Stutterheim: in het handschrift ontbreekt de titel namelijk.
Inhoud
Een lansknecht pocht over zijn vechtcapaciteiten, tot hij schrikt van zijn eigen schaduw en deze begint uit te dagen. Als hij merkt dat zijn ‘tegenstander’ even sterk is als hijzelf, verzoent hij zich met hem door de hele zaak af te drinken.
Thematiek
Ondanks de sporadische religieuze formules is deze monoloog blijkbaar toch vooral bedoeld als entertainment. Wellicht ook negatieve zelfdefiniëring vanuit burgerlijk perspectief, waarbij dan gespot wordt met snoeverige, opvliegende lansknechten.
Receptie
Het tafelspel is een typisch rederijkersgenre. Dit tafelspel behoort dus tot de stadsliteratuur.
Profaan / religieus?
Profaan.
[explicit 28 december 1992]