Dets der palmboem (anoniem) XIV
[Teksteditie: J. Reynaert (ed.), “Het vroegste Middelnederlandse Palmboomtraktaat I – De handschriften”, in: Ons Geestelijk Erf, deel 52, afl. 1 (maart 1978), pp. 3-32 / “Het vroegste Middelnederlandse Palmboomtraktaat II – De tekst naar handschrift Brussel, K.B. 19656”, in: Ons Geestelijk Erf, deel 52, afl. 2 (juni 1978), pp. 195-228 = Palmboomtraktaat ed. 1978]
Auteur
Anoniem.
Genre
Een Middelnederlandse preek.
Situering / datering
Deze tekst vormt één van de zogenaamde ‘Limburgse sermoenen’ en is uiteindelijk te herleiden tot een preek uit een Duitse prekenverzameling, de Sankt Georgener Predigten. Van deze preek bleven ten minste 15 Oudfranse, een 20-tal Latijnse, 10 Middelnederlandse en 8 Duitse handschriften bewaard [ed. 1978: 3]. Zie voor de zeven belangrijkste Middelnederlandse handschriften ed. 1978: 6-31. Twee van deze handschriften (Berlijn en Brussel, K.B. 19565) dateren uit de veertiende eeuw, Wiesbaden is van 1410, Weert van 1459, Brugge van 1487-88 en Brussel, K.B. II 2349 en Gent behoren tot het einde der vijftiende eeuw. Reynaert gebruikte het handschrift Brussel, K.B. 19565 als basis voor zijn teksteditie die gematigd-kritisch is (zie voor de verantwoording ed. 1978: 198-199). Dit handschrift ontstond in de veertiende eeuw in Brabant [ed. 1978: 31-32].
Inhoud / thematiek
In deze preek wordt de ziel vergeleken met een palmboom die zeven takken heeft. Op elke tak zit een vogel en groeit een bloem. Deze vogels en bloemen worden allegorisch geduid.
Receptie
Brussel, K.B. 19565 kan uit begijnenkringen afkomstig zijn [ed. 1978: 32]. Hoogstwaarschijnlijk betreft het hier kloosterliteratuur.
Profaan / religieus?
Religieus.
[explicit 21 april 2010]