1 Hennentaster = wellusteling, vrouwengek (waarbij hen = vrouw)
[RG 1959: 203, geeft als verklaringen: ‘Wellusteling, vrouwengek, aantaster van de vrouwelijke eer, vrouwensmader.
Coigneau II 1982: 321 (noot 195), stelt dat ‘hennentaster’ een tweevoudige betekenis heeft: jansul of wellusteling.
De Jongh 1995a: 28, signaleert dat in de late Middeleeuwen ‘hennentaster’ = wellusteling (uitgebeeld door Bruegel en Bloemaert).
Cat. Antwerpen 1976: 99 (cat. nr. 104 A/B). Twee gravures van monogrammist HSD (Antwerpen, 16de eeuw), voorstellende Man met kip in de armen en Vrouw met strohoed. Volgens het originele bijschrift tast de man de hinnekens naar hun eieren. Het zijn satirische gravures met een erotische ondertoon. Het opvallende decolleté van de vrouw wijst erop dat met de ‘eieren’ vrouwenborsten bedoeld worden.
Zie over dit motief ook Wuyts 1987a = Leo Wuyts, “Eierverkoopster of verliefde boer? Een bijdrage tot de studie van de hennetaster”, in: Jaarboek Koninklijk Museum voor Schone Kunsten Antwerpen, 1987, pp. 207-217.]
Een Man ende een Wyf ghecleet up zij boerssche ed. 1907 (circa 1500)
Bijns ed. 1902 (circa 1550)
Const van Rhetoriken ed. 1986 (1555)
Katmaecker ed. 1932 (vóór 1578)
Ontrouwe Rentmeester ed. 1899 (circa 1587)
2 Hennentaster (ook: Jan Hen) = pantoffelheld
[Pleij 1986a signaleert de rijmtekst Vanden hinnen tastere, circa 1550 gedrukt door de weduwe Van Liesveldt te Antwerpen en hoogstwaarschijnlijk oorspronkelijk geschreven door de Brugse rederijker Anthonis de Roovere (+1482). Hij geeft ook een samenvatting van de inhoud. Hieruit blijkt dat met ‘hennentaster’ een man bedoeld wordt die vrouwenwerk doet. Op de titelpagina staat hij afgebeeld als een man die steels een kip aftast om vast te stellen of er al een ei aankomt, waarmee een karikatuur van vrouwenwerk wordt gegeven: de huisman slaat onmiddellijk door bij die voor hem onnatuurlijke taken en komt tot overdreven schraapzucht en verregaande bemoeizucht.
Lebeer 1939/40: 218-219, signaleert de dubbele betekenis van ‘hennetaster’ als pantoffelheld en als wellusteling. De eerste betekenis wordt ook uitgebeeld op het bekende Spreekwoorden-schilderij van Bruegel, de tweede op twee ongedateerde prenten van de monogrammist ISD (= HSD?) en op een gravure van Cornelis Bloemaert naar een schilderij van Abraham Bloemaert. De eerste betekenis wordt ook uitgebeeld in een misericorde uit de kerk van Aarschot.]
Mars en Venus ed. 1991 (vóór 1517?)
Doesborch II ed. 1940 (1528-30)
Dronckaert die wonder siet ed. 1950 (XVIb)
Bijns ed. 1902 (circa 1550)
Duypen en Gebuerinne ed. 1989-90 (circa 1550)
De Bruyne I ed. 1879 (1579-83)
[explicit 21 december 2016]