Het is merkwaardig dat veel historici en genealogen bij het onderzoek naar bepaalde personen veel meer ingaan op het verleden van de familie van vaderskant, dan op die van de moeder. Anderzijds is het toch bekend dat de vorming van de kinderen voor een groot deel wordt gerealiseerd door hun moeder. Bij mijn publicatie over het leven van Jheronimus Bosch heb ik in 2001[1] onbewust diezelfde vergissing begaan. Hoewel de moeder van Jheronimus in die studie een enkele keer vermeld wordt, blijkt het bronnenmateriaal thans bij nader onderzoek meer en ook meer interessante gegevens op te leveren over de culturele en sociale achtergronden van de jonge schilder van moederszijde dan ik aanvankelijk veronderstelde.
Het was al bekend, dat Jheronimus de jongste zoon was van Anthonis Janszoon van Aken uit Nijmegen en van de kleermakersdochter Aleid van der Mynnen. De jonge Anthonis was rond 1430 met zijn ouderlijke gezin op ongeveer l0-jarige leeftijd in ‘s-Hertogenbosch komen wonen in de Vughterstraat. in 1443 treedt hij voor het eerst als partij op in een rechtshandeling, waaruit de conclusie kan worden getrokken dat hij toen minstens 23 jaar oud was, de minimum leeftijd voor rechtshandelingen. Op 4 februari 1449 blijkt hij dan getrouwd te zijn met Aleid van der Mynnen.[2] Het huwelijk moet echter al enkele jaren eerder hebben plaatsgevonden, want Jheronimus werd geboren in ca. 1450 als jongste zoon en vierde in de rij van vijf kinderen. Vermoedelijk zijn zijn ouders dus getrouwd in ca. 1443.
De jonge schilder Anthonis heeft tot 12 februari 1462 waarschijnlijk gewoond bij zijn ouders of bij zijn schoonouders, totdat hij zelf een huis aan de Markt kocht. Ook kan hij een huis gehuurd hebben, maar dat lijkt minder waarschijnlijk, omdat inwoning in familieverband in die tijd meer voor de hand lag, te meer omdat een van de kinderen vaak de zorg voor ouders en grootouders op hogere leeftijd op zich nam. Het huis van Jheronimus’ vader bleef tot aan diens dood verre van afgelost, zodat de zogenaamde welvaart en rijkdom van Anthonis van Aken zeer gerelativeerd moet worden.
Jheronimus zelf was en bleef onvermogend, omdat zijn vrouw haar bezit ongedeeld behield en later vermaakte aan haar eigen familie. Ook het huis aan de Markt was haar en niet zijn bezit. De onroerendgoedbelasting werd weliswaar geïnd op zijn naam, maar werd in feite betaald door haar inkomsten. Jheronimus werd als het ware onderhouden door zijn vrouw, hoewel hij ook inkomsten genoten zal hebben uit zijn schilderijen.
Wie was nu Aleid van de Mynnen? Haar vader was een kleermaker of snijder, gegoed in de Hinthamerstraat en woonachtig bij de Vismarkt, en haar moeder was een ongetrouwde vrouw, genaamd Margaretha, dochter van Henricus Coemptschier uit Heesch bij Oss. De naam Coemptschier, “coempt schier” voor in de Bossche archieven! De zeer uitvoerige fiches van Ferdinand Smulders in het stadsarchief geven in het dorp Heesch bijna geen enkele vermelding, in de stad ’s-Hertogenbosch zelf slechts zeer weinig. Het enige dat we weten is dat Margaretha nog een broer Jan had en dat haar vader (de overgrootvader van Jheronimus) vóór 1400 al was overleden te Heesch. Laten we de feiten nader analyseren.
Slechts één maal wordt Aleid van der Mynnen de ‘natuurlijke’ dochter genoemd van Bartholomeus van der Mynnen, namelijk op 4 februari 1449. In die akte belooft Lodewijk, zoon van wijlen Gerardus van Ysenborch[3], aan Margaretha, natuurlijke dochter van wijlen Henricus Coemptschier, ten behoeve van haar dochter Aleid, natuurlijke dochter van Bartholomeus van der Mynnen, een erfcijns van een gouden rijnsgulden uit een huis in de Vughterstraat, gestaan tussen de erven van de bakker Johannes van Craendonck en Gijsbertus natuurlijke zoon van wijlen Thomas Liscop en aan de achterzijde aan het water grenzend. Hij noemt daarin Aleid, de dochter van Margaretha Coemptschier, zijn bloedverwante (consanguinata) en bepaalt tevens dat haar man Anthonis Janszoon van Aken deze cijns niet mag doorverkopen. Ruim tien jaar later, op 2l december 1459, komen we dezelfde personen tegen: Anthonis die maelre[4] , zoon van meester Johannes die maelre (van Aken), belooft dan aan Margaretha Coemptschier 12 rijnsgulden voor komende Pasen te betalen.a Door het ontbreken van de familienaam van Aken heb ik destijds deze oorkonde over het hoofd gezien in mijn werk over Bosch. Op 21 december 1456 geeft Margaretha Coemptschier een juridische volmacht aan Lodewijk van Ysenborch. Korte tijd later draagt Antonius van Aken als man van Aleid, dochter van wijlen Bartholomeus van der Mynnen, een pacht van een mud tarwe te Rosmalen over aan Lodewijk van Ysenborch. Deze pacht had Margaretha Coemptschier testamentair overgedragen aan haar dochter Aleid (de vrouw van Anthonis van Aken, en dus moeder van Jheronimus). Het betekent dat Margaretha Coemptschier overleden is tussen eind 1456 en juni 1459. Zij was dus de echte grootmoeder van Jheronimus Bosch, en te veronderstellen is dat zijn moeder Aleid haar jeugd heeft doorgebracht bij haar moeder Coemptschier en niet bij haar vader Van der Mynnen. Het betekent tevens dat Jheronimus zijn echte grootmoeder verloor toen hij tussen de 6 en 9 jaar oud was.
Er is nog een akte die van belang is: op 6 aprll 1474 verkoopt de oudste zus van Jheronimus van Aken, namelijk Katharina, een pacht van een mud tarwe uit een huis te Geffen, welke pacht Margaretha Coemptschier had gelegateerd aan haar oudste kleindochter. Katharina doet dit met toestemming van haar vader en van haar broers. Ik vermoed dat Katharina dit legaat verkregen had, niet zo zeer omdat zij een oogappel van haar oma was, maar omdat zij kloosterlinge wilde worden. Op die manier kreeg zij een vaste bron van inkomsten mee bij haar intrede als een soort kerkelijke bruidschat. Na die datum horen we dan ook niets meer van deze oudste zus van Jheronimus. Veel later, in december 1516, werd de huishoudelijke boedel verdeeld van Jheronimus en van zijn vrouw, en bleken er in ieder geval geen nakomelingen te zijn van de oudste zuster van Jheronimus.
Een suggestie te ver is wellicht het volgende: Gezien de akten waarbij Van Ysenborch en Margaretha Coemptschier betrokken zijn geweest, is het te veronderstellen dat Lodewijk van Ysenborch getrouwd is geweest met of samengeleefd heeft met Margaretha Coemptschier, nadat zij van twee andere mannen (zoals wij nog zullen zien) al een kind had gekregen. Van Lodewijk zou zij dan nog drie kinderen hebben gehad. Daarbij komt dan nog het gegeven dat Margaretha Coemptschier niet alleen de moeder was van haar dochter Aleid van der Mynnen, maar dat zij ook nog een buitenechtelijk kind had van Hubertus van Gemert, genaamd Emond. Het veel voorkomen van de namen Hubertus en Emond in de familie Van Gemert maakt nadere identificatie wat lastig.
Het betekent wel, dat de oma van Jheronimus minstens twee natuurlijke kinderen had van twee mannen. Zij heeft die kinderen opgevoed in haar eigen “gezin zonder vaders”, tenzij zij later trouwde met Van Ysenborch. Daarnaast had Lodewijk van Ysenborch ook nog drie eigen kinderen uit een huwelijk (met wie… met Margaretha Coemptschier ? ), namelijk: Herman, Elisabeth, die getrouwd was met Petrus van Baest alias Goetkynt en Gerard, die op zijn beurt vader werd van een zoon Lodewijk junior. Lodewijk Gerardszoon van Ysenborch komt voor in akten van 1428 tot 1464, die niets vertellen over zijn beroep of over zijn gezinssituatie. Hij overleed in ieder geval voor 14 november 1474. Jheronimus Bosch verloor deze vriend of wellicht echtgenoot van zijn oma Coemptschier toen hij zelf tussen de 15 en24 jaar oud was.
Keren we nu terug naar de echte grootvader van Jheronimus, Bartholomeus van der Mynnen. Deze kleermaker was de zoon van een Bartholomeus van der Mynnen senior en komt voor in akten van 1422 tot ca. 1442, het jaar van zijn overlijden. Hij zal geboren zijn kort voor 1400. Jheronimus heeft die grootvader dus niet gekend. Bartholomeus trouwde voor 1422 met Agnes, dochter van de klokkengieter Wouter van Hyntham en van Lysbeth, dochter van de klokkengieter Jan van Veghel. Hoewel Bartholomeus in een tiental akten voorkomt, was zijn leven als kleermaker niet boeiend: We kennen slechts wat financiële transacties. Waarschijnlijk woonde Bartholomeus aan de Abtsbrug bij de Vismarkt.
Belangrijk is een akte kort na de dood van Bartholomeus van der Mynnen van 17 oktober 1442. Op die dag draagt zijn weduwe Agnes van Hyntham het vruchtgebruik van haar inkomsten over aan haar kinderen Willem, Dirck en Bartholomeus van der Mynnen. Dat betekent, dat zij haar stiefdochter Aleid bewust en juridisch terecht buiten de erfdeling liet! Dat zegt overigens niets over de sfeer die er geheerst heeft tussen Aleid en haar drie halfbroers. De oudste zoon van Bartholomeus, Willem, trouwde met Maria,dochter van Jan Henrics van Woensel en van Kathelijn Eelkens van Gestel. Deze drie kinderen van Bartholomeus envan Agnes waren dus halfooms van Jheronimus Bosch. De familie Van der Mynnen verdwijnt tegen 1500 uit de archieven.
Een laatste, maar belangrijkste aspect, was de parenteel van Jheronimus aan de klokkengietersfamilie Van Veghel en Van Hyntham. Zoals we gezien hebben, stamde de vrouw van zljn grootvader Van der Mynnen uit deze families. Jheronimus heeft als kind beslist de gietersactiviteiten gevolgd in de werkplaats van zijn verwanten, te meer daar het de enige en ook zeer bekende klokkengietersfamilie was in de stad, zij het dat de familienaam veranderde in Hoernken. Hoe zit die klokkengietersverwantschap ?
Voor de oudstbekende klokkengietersfamilie Van Veghel gaan we terug naar Willem Janszoon van Veghel, maar het is vrij lastig deze familie samen te stellen. Derhalve onder voorbehoud het volgende concept.
I MEESTER WILLEM VAN VEGHEL
Ook wel Van Helmont genaamd, is de eerste klokkengieter uit de stad en Meierij van ’s-Hertogenbosch. Voor 1390 was hij werkzaam. Zijn kinderen waren Jan van Veghel (zie 1) en Luitgard van Veghel (zie 2). Deze beide kinderen droegen omstreeks 1385 de helft in een huis te ’s-Hertogenbosch, gelegen in de Karrestraat (Schrijnmakersstraat) over aan Godefridus van Hyntham. Later blijkt de familie Van Veghel permanent gegoed te zijn in Veghel en in ‘s-Hertogenbosch. Kinderen van meester Willem:
1446.
III. MEESTER WILLEM VAN VEGHEL: klokgieter te Veghel en/of Helmond, vermeld van 1390 tot ongeveer 1428. Hij werd door zijn vader geëmancipeerd op 4 februari 1390. In 1411 werd Willem lid van de Illustere Lieve Vrouwebroederschap.
Het is een schijnbaar probleem dat Willem zich zowel Van Veghel als Van Helmont noemde. Er kan bijna niet verondersteld worden dat we hier met twee verschillende klokkengieters te maken hebben. Wellicht heeft hij, afkomstig van en gegoed te Veghel, ook te Helmond gewoond en/of gewerkt. Het zijn bijna aangrenzende parochies. Van meester Willem is een dochter bekend:
Er is dus een duidelijke lijn via huwelijken aanwijsbaar van de klokkengieters Van Veghel (voor 1380-1420), later Van Hyntham (ca. 1420-1445), later Hoernken (ca. 1445-1500). Het beroep zal tevens worden voortgezet door het geslacht Moer, dat uit het Nederrijnse kwam.
Keren we nog even terug naar de directe familie van Jheronimus Bosch, de klokkengieters Van Hyntham:
I.WOUTER VAN HYNTHAM; De klokkengietersfamilie Van Hyntham begint met Wouter van Hyntham. Waarschijnlijk was hij de zoon van Wouter van Hyntham en van Margriet N. Zijn eerste vrouw was Elisabeth van Veghel, buitenechtelijke dochter van Elisabeth van Veghel (zie hiervoor). Zijn tweede vrouw was Ponciana, genaamd Pons, natuurlijke dochter van heer Nicolaas van der Warck, proost van Meerssen. De proost van Meerssen had wellicht op dienstreis naar Lithoijen, waar de proosdij rechten bezat, zijn celibaatsverplichting thuis gelaten. Zij was later getrouwd met Kerijs Jan Moelemans. Wouter overleed voor 1429 en had het klokkengietersbedrijf van zijn oom meester Willem van Veghel overgenomen en uitgebouwd. Over Van der Warck als proost van Meerssen vindt men het een en ander in Bossche schepenakten van 1430 tot 1436.
Uit het huwelijk van Wouter met Liesbeth van Veghel werden zes kinderen geboren:
Dan zijn we weer terug bij het begin van dit artikel.
Conclusie: Jheronymus Bosch was via zijn moeder verwant aan een bekende klokkengietersfamilies Van Veghel,Van Hyntham en Hoernken, met Nederrijnse achtergronden en een uitgestrekt marktgebied. Daardoor was hij, minstens van horen zeggen, bekend met gebieden buiten Brabant. Zijn moeder was een onecht kind, verwekt door een kleermaker bij een vrouw uit de bijna onbekende familie Coemptschier uit Heesch. Zijn oma te ’s-Hertogenbosch (maar uit Heesch afkomstig?) had overigens twee natuurlijke kinderen van verschillende vaders en was misschien getrouwd met Lodewijk van Ysenborch en in dat geval nog eens moeder van drie kinderen. De moeder van Bosch zal opgevoed zijn bij haar moeder in een onvolledig gezin, althans niet in het gezin van haar vader, die in een wettig huwelijk met een andere vrouw nog drie kinderen had. Wellicht was de oma van \jheronimus getrouwd met Lodewijk van Ysenborch.
[1] Op zoek naar Jheronimus van Aken alias Bosch (Zaltbommel, 2001). Bovenstaand artikel werd, van vindplaatsen en voetnoten voorzien, gepubliceerd in de Brabantse Leeuw 54, p. 44-51.
[3] Soms ook genoemd van Ysemborch.
[4] Maelre is schilder.