Vremde prenonicatien wien verwondert, vanden jare
M vijfhondert ende xxviij (…) bi mi meter herry aelwarich voirstel
(anoniem) 1527-28
[Teksteditie: Hinke van Kampen, Herman Pleij, Bob Stumpel, Annebel Venmans en Paul Vriesema (eds.), Het zal koud zijn in ’t water als ’t vriest – Zestiende-eeuwse parodieën op gedrukte jaarvoorspellingen – Tekstuitgave met inleiding en commentaar. Nijhoffs Nederlandse Klassieken, Martinus Nijhoff, Den Haag, 1980, pp. 100-117 = Aelwarich ed. 1980]
Auteur
Over de auteurs van de hier opnieuw uitgegeven spotprognosticaties of -jaarvoorspellingen valt weinig te achterhalen: zij verschuilen zich steevast achter een (grappig bedoeld) pseudoniem. Misschien moeten wij hen zoeken onder de auteurs van de ernstige jaarvoorspellingen die immers regelmatig satirische polemieken voerden onder elkaar waarbij de ene trachtte aan te tonen dat de voorspellingen van de andere(n) waardeloze prullen waren.
Genre
Aelwarich (aldus de door de editeurs gebruikte korttitel) is het oudste, bewaard gebleven specimen van een Nederlandstalige ‘spotprognosticatie’. Deze spotprognosticaties vormden een vooral op het anale en erotische gerichte parodie op de ernstig bedoelde astrologische jaarvoorspellingen die dankzij de uitvinding van de boekdrukkunst na 1450 een geweldige bloeiperiode kenden en tussen 1520 en 1570 qua populariteit een hoogtepunt bereikten. Vooral Antwerpse drukkers waren op dit terrein zeer actief: jaarlijks publiceerden zij een prognosticatie, vaak tegelijk in een Nederlandse en een Latijnse, Franse, Engelse of Duitse versie.
Buiten de Nederlanden verschenen al vanaf 1480 spotprognosticaties en waarschijnlijk werden ook bij ons vóór Aelwarich reeds uitgaven in hetzelfde genre gepubliceerd. Deze zijn echter verloren gegaan. In totaal bleven zeven Middelnederlandse, zestiende-eeuwse spotprognosticaties bewaard: behalve Aelwarich ook nog (met hun korttitels) Sorgheloos, Tugrobel, Ulenspieghel, Knollebol, Lieripe en Hongherenborch.
Situering / datering
Aelwarich werd geschreven voor gebruik in het jaar 1528. Het is dus waarschijnlijk eind 1527, begin 1528 van de pers gekomen. Omdat in het enige bewaarde exemplaar (Leiden, Biblitheca Thysiana) het colofon ontbreekt (op het laatste blad, dat verloren is gegaan) weten we niet wie de drukker was. Vermoedelijk echter is dit werkje, net als de zes andere bewaard gebleven spotprognosticaties, verschenen in Antwerpen.
Inhoud / thematiek
Merkwaardig is dat astrologische prognosticaties én spotprognosticaties vaak door dezelfde drukker werden uitgegeven, wat erop wijst dat het niet de bedoeling van de spotversies was om de officiële astrologie de grond in te boren. Eerder dienen we aan te nemen dat de astrologische spotteksten een exponent vormden van de laatmiddeleeuwse volksfeestcultuur, waarbij algemeen aanvaarde waarden tijdelijk belachelijk werden gemaakt. De functie hiervan was het ontladen van sociale spanningen én tegelijk het bevestigen van die waarden die door de maatschappij als belangrijk werden beschouwd. De spotprognosticaties vormden op die manier een uitlaatklep voor sociale angsten en taboes (angst onder meer voor winterhonger en -koude, mislukte oogsten, rampen, seksualiteit…).
Receptie
Stadsliteratuur. Het gaat om een waarschijnlijk Antwerpse postincunabel. Verband met Antwerpen?
Profaan / religieus?
Manifest profaan van aard.
Recensies van de editie-1980
[explicit 4 september 1997]