Bestiaire d’amour / Response de la Dame
(Richard de Fournival) circa 1250
[Engelse vertaling: Jeanette Beer (vert.), Master Richard’s Bestiary of Love and Response. University of California Press, Berkeley-Los Angeles-Londen, 1986 = Bestiaire d’amour ed. 1986.
Franse vertaling: “Le Bestiaire d’amour (Richard de Fournival)”, in: Gabriel Bianciotto (vert.), Bestiaires du Moyen Age. Editions Stock, Parijs, 1980, pp. 125-168 = Bestiaire d’amour ed. 1980.
Nederlandse vertaling: “Het Beestenboek van de Liefde van Richard de Fournival”, in: Julia C. Szirmai en Reinier Lops (vert.), Twee middeleeuwse beestenboeken. Het Beestenboek van Pierre de Beauvais & Het Beestenboek van de Liefde van Richard de Fournival. MemoranduM – nr. 5, Verloren, Hilversum, 2005, pp. 57-95 = Bestiaire d’amour ed. 2005.
Diplomatische editie van de Middelnederlandse versie: “Bestiaire d’amour”, in: Maurits Gysseling m.m.v. Willy Pijnenburg (ed.), Corpus van Middelnederlandse Teksten (tot en met het jaar 1300). Reeks II: Literaire handschriften. Deel 6: Sinte Lutgart, Sinte Kerstine, Nederrijns Moraalboek. Martinus Nijhoff, Leiden, 1987, pp. 403-422 = Bestiaire d’amour ed. 1987]
Genre
Een combinatie van een bestiarium en een didactisch liefdestraktaat of ars amandi (in Frans proza).
Auteur
Richard de Fournival, geboren in 1201, was eerst kanunnik en dan kanselier van de Notre-Dame van Amiens. Daarnaast was hij ook chirurgijn. Behalve het Bestiaire d’amour schreef hij ook een traktaat over alchemie, enkele traktaten over de liefde, enige lyrische gedichten en een catalogus van de bibliotheek van Amiens in allegorische vorm. Hij stierf waarschijnlijk rond 1260.
Situering / datering
Het Bestiaire d’amour werd geschreven rond het midden van de dertiende eeuw. In sommige handschriften wordt de tekst gevolgd door een Response de la Dame, waarin Richards geliefde antwoordt op zijn aanzoek. Wellicht was Richard de Fournival ook de auteur van deze tekst, maar dat is niet zeker. Er bestaat ook een berijmde Franse versie van het Bestiaire d’amour. Misschien van Richard de Fournival zelf.
De Middelnederlandse (eigenlijk: Nederrijnse) versie bevindt zich in een verzamelhandschrift (Hannover, Niedersächsische Landesbibliothek, IV 369, het zogenaamde Nederrijnse Moraalboek) uit het einde van de dertiende eeuw (omstreeks 1270-1290), samen met twee andere teksten: een vertaling van de Franse vertaling van het Moralium dogma philosophorum van Guillaume de Conches, en een collectie spreuken. De Nederrijnse vertaler was waarschijnlijk hofkapelaan aan het hof van de graaf van Gelre.
Inhoud
In de proloog zegt de auteur dat hij de tekst (die bestaat uit woorden en beelden = illustraties) bedoeld heeft als laatste poging om het hart van zijn geliefde te veroveren. De volgende dieren komen achtereenvolgens aan bod (de cursieve dieren komen ook in de Middelnederlandse versie aan bod): haan / wilde ezel / wolf / krekel / zwaan / hond / wolf / adder (wiver) / aap / raaf / leeuw / wezel / caladrius (kalander) / sirene (merminne) / aspis / merel / mol / bij / tijger / eenhoorn / panter / kraanvogel / pauw / leeuw / (Argus) / zwaluw / wezel / leeuw / pelikaan / bever / specht / zwaluw / egel / krokodil / hydra / adder / apin / serra (vliegende vis) / tortelduif / patrijs / struisvogel / ooievaar en hop / arend / krokodil / draak en olifant / duif / schorpioen / walvis / vos en ekster / gier.
In de Response de la Dame wijst de geliefde Richard af. Bij haar komen de volgende dieren aan bod (meestal zijn het dezelfde als bij Meester Richard): haan / wilde ezel / wolf / krekel en zwaan / hond / wolf / adder / aap / kraai / leeuw / wezel / caladrius / sirene / aspis / tijger / panter / eenhoorn / kraanvogel / pauw / leeuw / (Argus) / zwaluw / wezel en pelikaan / specht / zwaluw / egel / kat (nieuw!) / krokodil en hydra / serra / tortelduif / patrijs / struisvogel / kerkuil / arend / krokodil / wolf / aap / draak en olifant / duif / roofvogel / aspis en wezel / walvis / valk (nieuw!) / Reynard (nieuw!) / gier.
Thematiek
Binnen de middeleeuwse bestiariumtraditie neemt het Bestiaire d’amour een originele plaats in. Richard de Fournival vergelijkt de gedragingen van de dieren, bekend uit de bestiaria, met de handelwijze van mannen en vrouwen op liefdesgebied, en vooral met de ervaringen en verzuchtingen van een afgewezen minnaar. Tegelijk vormt de tekst ook een parodie op de zoölogische en hoofse traditie, vol ironische en soms cynische opmerkingen. Van Oostrom [2006: 201] schrijft: ‘Niets van het optimisme van de hoofse code wordt de lezer hier gegund: liefde is een beestenboel, lijkt de tekst te willen zeggen, en maakt meer kadavers dan geluksvogels’.
Receptie
Waarschijnlijk hofliteratuur. Het Nederrijnse verzamelhandschrift is denkelijk een nette kopie die overhandigd is geworden aan de graaf en gravin van Gelre. Ook enkele gevallen van typisch feodale beeldspraak in het Franse origineel wijzen op een adellijke hofcontext (zie bijvoorbeeld ed. 1986: 2 / 36].
Profaan / religieus?
Profaan.
Persoonlijke aantekeningen
Het is weliswaar een aardig idee van deze Franse Richard om de traditionele, veelal pseudo-wetenschappelijke weetjes uit de bestiaria toe te passen op het liefdesleven van mannen en vrouwen, maar desondanks is zijn tekst zevenhonderd jaar later toch maar moeilijk te verteren. In het begin is het nog wel boeiend, maar zijn betoogtrant is te breedvoerig en ontaardt al snel in gezeur. De allegorische stijl doet er natuurlijk ook geen goed aan. Hoewel men misschien anders zou verwachten (denk aan de erotische context van de talrijke dieren in de Tuin der Lusten), valt hier in verband met Bosch weinig of niets te rapen.
In 1901 publiceerde Napoleon de Pauw overigens een fragment van een Middelnederlandse bestiaris. Dit zou een stuk zijn van een veertiende-eeuwse kopie van een dertiende-eeuwse Middelnederlandse berijmde vertaling van het Bestiaire d’amour, door ene Willem Uten Hove, een auteur die ook ergens bij Jacob van Maerlant vermeld wordt. De referentie voor deze gegevens: N. de Pauw, “Het leven en de werken van Diederic van Assenede en Willem uten Hove”, in: Verslagen en Mededeelingen der Koninklijke Vlaamsche Academie voor Taal- en Letterkunde, juli 1901, pp. 22-53. Een editie van het bewuste fragment (dat overigens kort en weinigzeggend is) op pp. 43-49.
Zie over het Nederrijnse Moraalboek nu ook Frits van Oostrom, Stemmen op schrift. Geschiedenis van de Nederlandse literatuur vanaf het begin tot 1300, Uitgeverij Bert Bakker, Amstrdam, 2006, pp. 197-203 (over het Bestiaire d’amour: pp. 200-201).
[explicit 6 augustus 2006]