tCalf van wondere (anoniem) vóór 1559
[Teksteditie in: Herman Meijling (ed.), Esbatementen van de Rode Lelije te Brouwershaven, Drukkerij De Waal, Groningen, 1946, pp. 25-54 = tCalf van wondere ed. 1946] [Hummelen 1 J 2]
Auteur
Een anonieme rederijker.
Genre
Het opschrift luidt: ‘Een esbatement van 5 personagien, ghenaemt tCalf van wondere’. Het betreft dus een ‘esbatement’ of rederijkersklucht.
Situering / datering
tCalf van wondere (488 verzen) is één van de teksten die aangetroffen werden in een verzamelhandschrift met esbatementen op het stadhuis van Brouwershaven (Zeeland). De codex, die afkomstig was uit het archief van de plaatselijke rederijkerskamer De Rode Lelije, wordt thans bewaard in de Universiteitsbibliotheek te Utrecht (nr. 8.K.28).
Meijling acht een West-Vlaamse oorsprong van het toneelwerkje waarschijnlijk [ed. 1946: XXI]. Uit een aantekening op het einde van de tekst blijkt dat het stuk door de Rode Lelije werd opgevoerd in 1559, wat dus meteen de terminus ante quem vormt voor het ontstaan ervan. De vermelding van Moyses dooren in vers 483 is misschien een aanwijzing dat de klucht werd overgeschreven van de gelijknamige rederijkerskamer van ’s-Hertogenbosch, die het dan weer van elders zou hebben (zie de vermoedelijke West-Vlaamse oorsprong). Of vergiste Meijling zich en is het stuk oorspronkelijk afkomstig uit ’s-Hertogenbosch? Dit blijft onduidelijk.
Inhoud
Steven, een boer die veel van drinken houdt, moet van zijn vrouw naar de markt om boter, eieren, karnemelk en een kalfshuid te ruilen voor huishoudelijke benodigdheden. In de stad wordt hij meegelokt door een herbergmeid. In de herberg wordt hij door de waard, de waardin en de meid dronken gevoerd en beroofd van zijn waren. Terwijl hij slaapt, naait de waard hem in het kalfsvel om hem voor de gek te houden. Als Steven zijn roes uitgeslapen heeft en wakker wordt, maken ze hem wijs dat hij veranderd is in een kalf. De waard verkleedt zich als pastoor om het kalf te dopen en te belezen. Als Steven gevraagd wordt hoe hij moet heten, zegt hij: het calf van wondere (het wonderlijke kalf).
Ondertussen is Truye (de vrouw van Steven) op zoek naar haar man. Als zij hem ziet in het kalfsvel, denkt zij dat hun eigen kalf uit de dood verrezen is en zij koopt het van de waard. Thuis wil het ‘kalf’ echter niet eten van zijn voeder en Truye, die denkt dat het ‘kalf’ ziek is, gaat de slachter halen (ook weer een rol voor de waard). Zo komt de waarheid aan het licht en een woedende Truye jaagt het ‘kalf’ terug de stal in.
Thematiek
Vanuit burgerlijk perspectief wordt hier aan negatieve zelfdefiniëring gedaan. De negatieve zelfbeelden zijn: de dwaze boeren en de onbetrouwbare herbergiers (marginalen binnen de stad).
Receptie
De thematiek en de oorsprong van de tekst (rederijkerskamer van Brouwershaven) wijzen in de richting van stadsliteratuur en burgermoraal. Verband met Brouwershaven.
Profaan / religieus?
tCalf van wondere is manifest zuiver profaan van aard.
Aantekeningen
In de secundaire literatuur valt over deze klucht niet veel terug te vinden. Het is dan ook een zeer middelmatig toneelwerkje.
[explicit 2 december 1992 / 24 juli 2015]