Die Historie van Christoffel Wagenaer (anoniem) 1597
[Teksteditie: Josef Fritz (ed.), Die Historie van Christoffel Wagenaer, discipel van D. Johannes Faustus – Naar den Utrechtschen druk van Reynder Wylicx uit het jaar 1597 uitgegeven. Nederlandsche Volksboeken opnieuw uitgegeven vanwege de Maatschappij der Nederlandsche Letterkunde te Leiden – deel XII, Leiden, 1913 = Christoffel Wagenaer ed. 1913]
Genre
Een zestiende-eeuws gedrukt volksboek.
Auteur
Anoniem.
Situering / datering
Dit volksboek werd in 1597 gedrukt te Utrecht door Reynder Wylicx. Herdrukken verschenen in 1607 te Delft (drukker onbekend), in 1608 (plaats en drukker onbekend), in 1614 (waarschijnlijk te Delft, drukker onbekend) en te Antwerpen bij de weduwe van Hendrick Thieullier (na 1728). De druk van 1597 vermeldt op het einde dat de tekst uit het Spaans vertaald werd naar een druk die in het bezit was van de benedictijnerbroeder B. Martino [ed. 1913: 177-178].
Inhoud
Christoffel Wagenaer was de dienaar van Dr. Faustus. Net als zijn meester sluit Wagenaer een pact met de duivel (meer bepaald de duivel Averhaen, die aan hem verschijnt in de gedaante van een aap). Na de dood van Faustus raakt Wagenaer meer en meer bedreven in de zwarte kunst en van de duivel verkrijgt hij grote rijkdom en vrije omgang met mooie vrouwen. Wagenaer reist met zijn dienaar Claes Muller Europa rond en beleeft allerlei Uilenspiegel-achtige avonturen, met dit verschil dat Wagenaers fratsen steeds een diabolische achtergrond hebben en menig avontuur bijzonder slecht afloopt (lees: met de dood of de hel) voor wie met Wagenaer in contact komt. Wagenaer leert ook allerhande verborgen kennis van zijn duivel: over de hel, over de vier elementen en over de verschillende soorten duivels. Averhaen brengt Wagenaer tevens naar de Nieuwe Wereld en naar de Canarische Eilanden en op die manier leert de lezer allerlei wetenswaardigs over de volkeren die daar wonen. Uiteindelijk loopt het met Wagenaer zelf ook zeer slecht af: als de in het pact afgesproken termijn verstreken is, breekt Averhaen Wagenaers nek en sleept hem voor eeuwig mee naar de hel.
Thematiek
In de originle Voorrede lezen we: ‘Dese Historie is sonderlinge voor de jonge jeucht tot Waerschouwinge geschreven, dat sy haer voor sulcke Nigromantische luyden ende Boecken wachten, ende haer vanden Duyvel niet laten bedriegen’. De tekst wordt dus gepresenteerd als een stichtelijke waarschuwing tegen omgang met de duivel. Tegelijk zijn echter de sensationele verhaalelementen (met veel diaboliek, geweld en erotiek), de humor en de leerzame passages (onder meer over de toen nog erg nieuwe Nieuwe Wereld) evenzovele commerciële troeven die de contemporaine lezer een entertainende leeservaring zullen gegarandeerd hebben, ook al wordt op het einde gesignaleerd dat er censuur is toegepast door alles weg te laten (onder meer bezweringsformules) wat de christelijke Kerk tegen de borst zou kunnen stoten.
Dat deze druk tijdens Tachtigjarige Oorlog in het anti-Spaanse, protestantse Noorden is ontstaan, is onder meer te merken aan de vermelding [ed. 1913: 129] dat de Bloetdorstige Spaengiaerts zich in de Nieuwe Wereld vaak te buiten gaan aan kindermoord en verkrachting.
Receptie
Stadsliteratuur. Verband met Utrecht.
Profaan / religieus?
Aan de oppervlakte stichtelijk-religieus, maar daaronder is er veel ruimte voor profane, wij zouden nu zeggen: commerciële, elementen.
Persoonlijke aantekeningen
In 1593 verscheen Ander Theil D. Johann Fausti Historien, darin beschrieben ist Christophori Wageners, Fausti gewesenen Discipels auffgerichteter Pact mit dem Teuffel. Dit is een spin-off van de Historia von D. Johann Fausten (1587, Johannes Spies, Frankfurt). Zie Pieter Steinz, De duivelskunstenaar – De reis van Doctor Faust door 500 jaar cultuurgeschiedenis, Prometheus-NRC Handelsblad, Amsterdam-Rotterdam, 2010, p. 93.
[explicit 7 november 2004]