Het Cieraat der Vrouwen (Gerard Goossens) 1566
[Teksteditie: K.J.S. Bostoen m.m.v. G. Kettenis (eds.), Het Cieraet der Vrouwen. FELL 2, Uitgeverij Sub Rosa, Deventer, 1983 = Cieraet der Vrouwen ed. 1983]
[Jansen-Sieben, p. 43]
Auteur
De Leuvense arts Gerard Goossens, geboren te Zoutleeuw circa 1545 en overleden te Londen (hij was calvinist) in 1603. Naar eigen zeggen (zie p. 7 van de bijlage in ed. 1983, vers 360) schreef hij Het Cieraet der Vrouwen toen hij vooraan in de twintig was.
Genre
Een gedrukte artestekst, grotendeels geschreven in rederijkersverzen. Het werkje sluit enerzijds aan bij allerlei instructieve geschriften met het woordje ‘vrouwen’ in de titel, anderzijds bij de traditie van de receptenboeken.
Situering / datering
Het Cieraet der Vrouwen werd gedrukt te Antwerpen Op die camer-poortbrugghe in den gulden Enghel in 1566. Van deze druk wordt het unieke exemplaar bewaard in de British Library te Londen (sign. 11557.aaa.31). Er zijn geen herdrukken bekend.
Inhoud
Afgezien voor het voorwerk en het nawerk bestaat het boekje uit twee delen. Eerst een lang droomgedicht waarin de auteur van Vrouwe Rhetorica de opdracht krijgt om een handleiding te schrijven voor jonge vrouwen (dochterkens) die hen kan helpen hun onvolkomenheden te doen verdwijnen, zowel op lichamelijk als op geestelijk gebied. Vervolgens het eigenlijke Cieraet, met een reeks recepten, raadgevingen en adviezen (waaronder een aantal titels van boeken die jonge vrouwen beter niét lezen). Zie voor de inhoud verder ed. 1983: IV-V en de inhoudstafel van het boekje zelf (bijlage pp. N1-N2).
Thematiek
Het geestelijk en lichamelijk welzijn van jonge vrouwen. Bostoen ziet in de tekst een humanistische achtergrond [ed. 1983: VIII].
Receptie
Als Antwerpse druk en als proeve van rederijkerskunst wijst Het Cieraet der Vrouwen duidelijk in de richting van stadsliteratuur. Er is ook een verband met de universiteit van Leuven. Het geïntendeerde publiek lijkt te bestaan uit meisjes en vrouwen die tot de hogere burgerij behoren (of zouden willen behoren). Vergelijk ook vers 1076: de adel als na te volgen voorbeeld. Verbanden met Antwerpen en Leuven.
Profaan / religieus?
Manifest profaan van aard.
Persoonlijke aantekeningen
In verband met de receptie van deze tekst: interessant is de (negatieve) reactie van de Ieperse boekhandelaar/dichter Marius Laurier, wiens vertaling van Ovidius anderzijds door Goossens aan de jonge vrouwen wordt afgeraden [ed. 1983: IX]. Erg opvallend: vooral het ‘woord vooraf’ bevat de ene profane diermetafoor na de andere. In heel de tekst veel verwijzingen naar de klassieke Oudheid: sterke invloed van de Renaissance dus toch (humanisme).
Een recensie van deze teksteditie door Rob Resoort in Literatuur, jg. 1, nr. 4 (juli-augustus 1984), pp. 220-221.
[explicit 11 april 1993]