Jheronimus Bosch Art Center
Datering
Voor 1555
Moderne editie
Herman Meijling (ed.), "Esbatementen van de Rode Lelije te Brouwershaven", Drukkerij De Waal, Groningen, 1946, pp. 55-75
Taal
Middelnederlands

Een Crijsman die eens buermans paert steelt (anoniem) vóór 1555

[Teksteditie in: Herman Meijling (ed.), Esbatementen van de Rode Lelije te Brouwershaven, Drukkerij De Waal, Groningen, 1946, pp. 55-75 = Een Crijsman die eens buermans paert steelt ed. 1946] [Hummelen 1 J 3]

 

Auteur

 

Een anonieme rederijker.

 

Genre

 

Het opschrift luidt: ‘Een Esbatement van vijf personagien van 1 Crijsman die eens buermans paert steelt’. Het betreft dus een ‘esbatement’ of rederijkersklucht. Het woord ‘buerman’ moeten we ongetwijfeld begrijpen als ‘boerman, boer’. ‘Crijsman’ = krijgsman.

 

Situering / datering

 

Een Crijsman die eens buermans paert steelt (482 verzen) is één van de teksten die aangetroffen werden in een verzamelhandschrift met esbatementen op het stadhuis van Brouwershaven (Zeeland). De codex, afkomstig uit het archief van de plaatselijke rederijkerskamer De Rode Lelije, wordt thans bewaard in de Universiteitsbibliotheek te Utrecht (nr. 8.K.28). Meijling meent dat het toneelwerkje van Hollandse oorsprong is [ed. 1946: XXII]. De enige aanwijzing voor een datering van het stuk is de vermelding in vers 13 van Carolus Quintus (Karel V) die voor vrede in het land heeft gezorgd, zodat de hoofdpersoon (een huursoldaat) geen werk meer heeft. Dit laat vermoeden dat de tekst dateert van vóór 1555 (het jaar van Karels troonsafstand).

 

Inhoud

 

Een zonder werk gevallen huursoldaat (genaamd Gheen Gelt Nut, vergelijk vers 86) is op zoek naar geld. Hij gaat dus naar een waard en maakt deze wijs dat hij een paard heeft dat hij wil verkopen. Hij belooft de waard een vergoeding als deze de volgende dag het paard voor hem naar de markt wil brengen. ’s Nachts steelt hij echter het paard van de herbergier. De volgende morgen herkent de verwonderde waard zijn eigen paard en het kost de krijgsman enige moeite om hem ervan te overtuigen dat hij zich vergist. Op de markt ontmoet de waard een paardenkoopman en hij begint te onderhandelen. De paardenkoopman blijft echter afbieden en het is pas wanneer de krijgsman optreedt als ‘makelaar’ en een compromis voorstelt, dat de koopman toehapt. De waard krijgt zijn vergoeding en de krijgsman pakt zijn biezen met het geld. Als de waard weer thuiskomt, krijgt hij van zijn bazige vrouw op zijn donder omdat het paard gestolen is. Het slot van het stuk ontbreekt helaas in de codex.

 

Thematiek

 

Vanuit burgerlijk perspectief wordt hier aan negatieve zelfdefiniëring gedaan. De negatieve zelfbeelden zijn de bazige vrouw, de dwaze boer die zich laat bedriegen (vergelijk vers 174: Alzoo zal men temet die boeren pollen) en zijn vrouw de broek laat dragen (vergelijk de verzen 367-375) en de onbetrouwbare rondtrekkende huursoldaat.

 

Receptie

 

De thematiek en de oorsprong van de tekst (rederijkerskamer van Brouwershaven) wijzen in de richting van stadsliteratuur. Verband met Brouwershaven.

 

Profaan / religieus?

 

Deze klucht is zuiver profaan van aard.

 

Aantekeningen

 

Hoogstaande literatuur kan men dit niet noemen. Vooral de manier waarop de waard zich vrij plots toch laat overtuigen van het feit dat het niet om zijn eigen paard gaat, komt erg ongeloofwaardig over.

 

[explicit 5 december 1992 / 25 juli 2015]

searchclosebarssort-desc linkedin facebook pinterest youtube rss twitter instagram facebook-blank rss-blank linkedin-blank pinterest youtube twitter instagram