Een dronckaert by hemzelven meynt dat hy wonder siet
(Cornelis Crul) XVIb / 1611
[Teksteditie: C. Kruyskamp (ed.), Cornelis Crul – Heynken de Luyere en andere gedichten. Klassieke Galerij – nr. 48, De Nederlandsche Boekhandel, Antwerpen, 1950, pp. 55-65 = Een Dronckaert die wonder siet ed. 1950]
[Hummelen 3 X 1]
Auteur
De Antwerpse rederijker Cornelis Crul (overleden tussen 1538 en 1551).
Genre
Een dramatische monoloog in Middelnederlandse verzen [ed. 1950: XV].
Situering / datering
Deze monoloog (284 verzen) bleef bewaard in een druk: Sommighe schoone Colloqvien, Oft Tsamen-sprekinghen wt Erasmo Roterodamo (Delft, Adriaen Gerritsz, 1611 – drie bewaarde exemplaren, waarvan één incompleet) [ed. 1950: XIV / XIX]. Deze druk bevat vijf stukken: vertalingen uit het Latijn van vier Colloquia van Erasmus, en onderhavige monoloog. Deze laatste moet in elk geval na 1531 geschreven zijn [ed. 1950: XVI].
Inhoud
Een dronkeman zwijmelt over straat, in de mening dat hij op weg is naar de hemel. Zogenaamd vanuit de lucht beschouwt hij (erg alert voor een beschonkene) ’s mensen reilen en zeilen, wat Crul de gelegenheid biedt een aantal scherpe, moraliserende prikken uit te delen.
Thematiek
Satirisch-moraliserend.
Receptie
Stadsliteratuur. Het betreft hier een rederijkersspel van een Antwerpse rederijker, gedrukt te Delft. Verbanden met Antwerpen en Delft.
Profaan / religieus?
Profaan met lichte stichtelijk-religieuze inslag.
[explicit 1 januari 1997]