Jheronimus Bosch Art Center
Datering
14-37
Moderne editie
D.R. Shackleton Bailey (ed./vert.), "Valerius Maximus - Memorable Doings and Sayings - edited and translated", Two volumes, Loeb Classical Library 492/493, Harvard University Press, Cambridge (Ma.)-Londen, 2000
Taal
Latijn

Facta et Dicta Memorabilia (Valerius Maximus) 14-37

[Teksteditie en Engelse vertaling: D.R. Shackleton Bailey (ed./vert.), Valerius Maximus – Memorable Doings and Sayings – edited and translated. Two volumes (Part I: Books 1-5 / Part II: Books 6-9), Loeb Classical Library – 492/493, Harvard University Press, Cambridge (Massachusetts)-Londen, 2000 = Facta et Dicta Memorabilia I/II ed. 2000]

 

Auteur

 

De Romeinse auteur Valerius Maximus (1ste eeuw na Christus).

 

Genre

 

Een in Latijns proza geschreven traktaat.

 

Situering / datering

 

Valerius Maximus schreef deze tekst tijdens de regering van keizer Tiberius (14-37 n. Chr.). Zie voor de overlevering van de tekst ed. I 2000: 5-6.

 

Inhoud / thematiek

 

De Facta et Dicta Memorabilia (Gedenkwaardige Feiten en Uitspraken) omvat negen boeken die verder onderverdeeld zijn in hoofdstukjes en paragrafen. Elk hoofdstukje behandelt, blijkbaar nogal lukraak, een ander onderwerp: godsdienstige gewoonten, politieke voorvallen, opvallende voorbeelden van deugdzaam of ondeugdzaam gedrag, enzovoort . In Boek IV gaat het bijvoorbeeld over matigheid, vijanden die vrienden werden, onthouding en zelfbeheersing, armoede, bescheidenheid, huwelijksliefde, vriendschap en vrijgevigheid. In het voorwoord deelt de schrijver mee dat hij uit de werken van bekende auteurs een groot aantal opvallende daden en uitspraken heeft bijeengebracht volgens bepaalde thema’s, om de lezer langdurig opzoekwerk te besparen. De aparte hoofdstukjes behandelen Romeinse voorbeelden van het behandelde thema, waarna meestal een aantal niet-Romeinse voorbeelden van hetzelfde worden gegeven. Het geheel maakt sterk de indruk een willekeurig samenraapsel te zijn. In zijn inleiding signaleert tekstbezorger D.R. Shackleton Bailey dat Valerius niet zelden blunders begaat, en dat hij soms nogal sensatiezuchtig is [ed. I 2000: 4].

 

Receptie

 

In de Oudheid was Valerius Maximus zeker niet onbekend: hij wordt vermeld door onder meer Plinius (Naturalis Historia) en Plutarchus. Uit de Middeleeuwen zijn dertig handschriften bekend die dateren van de twaalfde eeuw of vroeger. In de Late Middeleeuwen en Renaissance werden er talrijke handschriften van de tekst geproduceerd en vanaf 1470 ook talrijke drukken. Daarna deemstert de aandacht voor de Facta et Dicta Memorabilia weg. Pas recent krijgt de tekst weer aandacht (onder meer dankzij de editie en Engelse vertaling in the Loeb Classical Library-serie.

 

Profaan / religieus?

 

Profaan.

 

Persoonlijke aantekeningen

 

Dat Valerius Maximus’ Facta et Dicta Memorabilia tegenwoordig een minder bekende tekst is uit de Romeinse Oudheid, is niet verwonderlijk want geweldig aangename lectuur is dit zeker niet. Dat wordt mede veroorzaakt door de voortdurende verwijzingen naar politieke figuren en omstandigheden die de moderne lezer (in de meeste gevallen) totaal niets meer zeggen, al worden er hier en daar toch min of meer boeiende dingen verteld over figuren die vandaag nog wel bekend zijn: bijvoorbeeld over Demosthenes (VIII.7.ext 1 / VIII.10.ext 1), Pythagoras (VIII.7.ext 2), Plato (VIII.7ext 3), Democritus (VIII.7ext 4), Archimedes (VIII.7.ext 5), Socrates (VIII.7.ext 8), Sofokles (VIII.7.ext 12 / IX.12.ext 5), Aeschylus (IX.12.ext 2), Homeros (IX.12.ext 3) en Euripides (IX.13.ext 4). Het Oordeel van Cambyses (die een corrupte rechter liet villen en met diens huid de rechterstoel van zijn opvolger bekleedde, VI.3.ext 3) wordt ook vermeld. Interessant is wellicht eveneens het hoofdstukje over dromen (I.7), al gaat het daar alleen over goed of kwaad voorspellende dromen, of de vermelding van dochters die hun in gevangenschap verkerende moeder of vader met de melk uit hun borsten voeden (V.4.7-ext 1). En dat is het dan zo’n beetje, al bij al een nogal magere oogst voor negen boekdeeltjes van samen bijna 1000 bladzijden. Komt daar nog eens bij dat de Engelse vertaling van Shackleton Bailey bijzonder stroef is. Eén voorbeeldje moge hier volstaan: ‘At the consular elections they were trying to perpetrate an utter disgrace, wanting to give the highest magistracy to one whose vile actions deserved no ordinary punishment rather than any honour. Nor did the frantic populace lack the Fury’s torch of the Tribunate to accompany its hurtling temerity and when it flagged to inflame it with tribunician harangues’ [ed. I 2000: 323 (III.8.3). Dat mag hier volstaan, zeker? Maar lees zo eens 900+ pagina’s.

 

De aanleiding voor ons om de Facta et Dicta Memorabilia toch van kaft tot kaft te lezen, waren enkele vijftiende-eeuwse miniaturen van badstoven die in (moderne) boeken telkens weer gereproduceerd worden. Het gaat dan bijvoorbeeld om een miniatuur van Philippe de Mazerolles uit een Facta et Dicta Memorabilia-handschrift dat rond 1470 werd gemaakt voor Anton van Bourgondië (Berlijn, Staatsbibliothek Preussischer Kulturbesitz, Depot Breslau, 2 Bd. 2, fol. 244 – zie bijgaande afbeelding). De miniatuur toont hoe een vorstelijk persoon rondgeleid wordt door een gids in een laatmiddeleeuwse badstoof. Onder begeleiding van een luitspeler baden en eten naakte mannen en vrouwen met elkaar terwijl één koppel zich begeven heeft naar een belendend slaapvertrek om daar de liefde te bedrijven. Deze miniatuur is geplaatst bij het begin van het eerste hoofdstuk van Boek IX van de Facta dat als thema heeft: De Luxuria et Libidine. Bij Valerius Maximus dient luxuria blijkbaar vertaald te worden als ‘weelde, luxe’, zodat de originele titel luidt: Over weelde en wellust.

 

Over het gedrag van een gemengd publiek in badstoven en zeker over de morele afkeuring ervan vinden we in de originele Latijnse tekst echter niets terug [ed. II 2000: 292-295 (IX.1.1)]. Het enige wat we daar vernemen is dat een zekere Caius Sergius Orata de eerste was om ‘hangende baden’ (pensilia balnea) te maken. Valerius Maximus’ informatie is hier bijzonder karig en het is pas via Wikipedia dat we te weten komen dat deze Sergius Orata leefde rond 95 vóór Christus, een Romeinse handelaar en hydraulisch ingenieur was en onder meer de uitvinder zou zijn van de vloerverwarming (hypocaustum) die onder meer in publieke baden werd toegepast.

 

In verband met Bosch en de Late Middeleeuwen is dit het enige interessante wat we uit de Facta et Dicta Memorabilia hebben weten te sprokkelen. Zoals Dirk Bax zou gezegd hebben: geen rijke oogst! Andere Bosch-exegeten kunnen Valerius Maximus dus rustig links laten liggen, als ze hem tenminste willen lezen met één oog op de schrijver gericht en één oog op de schilder. Nochtans blijft het merkwaardig dat een aantal vijftiende-eeuwse handschriften een miniatuur van een laatmiddeleeuwse badstoof plaatsen bij Boek IX, hoofdstuk 1 van de Facta. Of er ooit grondig vergelijkend onderzoek is verricht naar deze handschriften, weet ik niet, maar op de reproducties van de Berlijnse miniatuur is wel te zien dat onder de miniatuur de originele Latijnse inleiding bij Boek IX van Valerius Maximus wordt weergegeven, in het Frans gevolgd door een woordje uitleg van de translateur. Die Franse commentaarstukken (in het Berlijnse handschrift en waarschijnlijk ook in andere handschriften) heb ik uiteraard niet gelezen, maar misschien wordt daar wel de link gelegd met laatmiddeleeuwse badstoven en worden er daar wel dingen verteld die interessant zijn voor de wereld van Bosch…

 

In Cat. Madrid 2016: 83, wierp ik de vraag op of de Facta et Dicta Memorabilia een mogelijke bron voor Bosch zou kunnen geweest zijn. Het antwoord daarop blijkt nu neen, althans wat de originele Latijnse tekst betreft. Wat de vijftiende-eeuwse handschriften van de tekst, hun miniaturen en commentaren betreft, blijft het antwoord voorlopig onzeker.

 

[explicit 17 september 2016]

searchclosebarssort-desc linkedin facebook pinterest youtube rss twitter instagram facebook-blank rss-blank linkedin-blank pinterest youtube twitter instagram