Fili accedens (Jan van Schoonhoven?) XVa
[Teksteditie: M.M. Kors (ed.), “Het traktaat Fili accedens, toegeschreven aan de prior van Groenendaal – Studie en kritische uitgave”, in: Ons Geestelijk Erf, deel 62, afl. 3 (september 1988), pp. 176-256 = Fili accedens ed. 1988]
Auteur
In drie van de bewaard gebleven handschriften wordt deze tekst toegeschreven aan ‘de prior van Groenendaal’ [ed. 1988: 176]. Over welke prior het gaat, is onzeker. Kandidaten zijn Jan van Schoonhoven, die echter in het begin van de vijftiende eeuw slechts subprior van Groenendaal was, en zijn naamgenoot Jan van Schoonhoven de Karmeliet, die van 1401 tot 1402 prior was van het karmelietenklooster van de Onze-Lieve-Vrouwebroeders te Mechelen [ed. 1988: 178-182].
Genre
Een geestelijk prozatraktaat.
Situering / datering
Fili accedens bleef bewaard in twaalf handschriften uit de vijftiende en zestiende eeuw.
De tekstbezorger koos voor Ee als basishandschrift [ed. 1988: 202]. Het origineel moet ontstaan zijn in Brabant in het eerste kwart van de vijftiende eeuw (vóór circa 1425) [ed. 1988: 178 / 201 / 255].
Inhoud
De tekst geeft adviezen bij het weerstaan van geestelijke bekoringen. Zie voor een meer gedetailleerd overzicht van de inhoud ed. 1988: 182-187.
Thematiek
Manifest stchtelijk en gericht op een publiek van wereldlijke Derde Ordelingen [ed. 1988: 184].
Receptie
Kloosterliteratuur. De tekst hoort primair thuis in het Groenendaalse milieu (Brussel) en secundair in het milieu van de Moderne Devotie (zie ook de herkomst van de bewaarde handschriften) [ed. 1988: 184 / 186 / 188].
Profaan / religieus?
Stichtelijk-religieus.
[explicit 24 december 1995]